Dominee niet nodig bij nieuwe kerkvormen

Utrecht - Amersfoort
Dat komt naar voren uit een onderzoek van de Protestantse Kerk in Nederland naar situaties met bestaande kerkelijke gemeenten en nieuwe vormen van kerk-zijn. Kern vormden (groeps)gesprekken met vertegenwoordigers van beide in 23 plaatsen. Zij kregen vooraf vragen voorgelegd en konden achteraf reageren op stellingen. De resultaten van het onderzoek worden vandaag gepresenteerd op het seminar ‘Mozaïek van Kerkplekken’ in Amersfoort.
De Protestantse Kerk biedt de laatste tien jaar ruimte voor experimenten met nieuwe kerkvormen, waarin het evangelie op een andere manier wordt gebracht. Er zijn nu zo’n honderd pioniersplekken en een gelijk aantal zogeheten kliederkerken: laagdrempelige bijeenkomsten waarin mensen op een creatieve manier (sporten, knutselen, dansen, etc.) op het spoor van het evangelie worden gezet, met een korte viering en een maaltijd. Er zijn ook leefgemeenschappen gevormd en initiatieven die zijn ontleend aan het kloosterleven.
De nieuwe kerkvormen roepen onbegrip en wrijving op, aldus het onderzoeksrapport. Mag een kind bij een kliederkerk worden gedoopt? Is het nodig dat bij elke pioniersplek een ouderling, diaken of dominee aanwezig is? En moeten nieuwkomers per se lid worden van de kerk?
Een winstpunt van al het missionaire gepionier is dat méér mensen de waarde van het christelijk geloof en de kerk ontdekken. ‘Naar nieuwe kerkplekken komen mensen die nooit in een reguliere kerk zouden komen.’ In bestaande gemeenten raken mensen bovendien missionair geïnspireerd.
Een belangrijk knelpunt is dat het de bestaande kerken en pioniersplekken niet goed lukt om op elkaar betrokken te zijn. ‘De ideeën over kerk-zijn verschillen dusdanig, dat samen vieren lastig is’, citeert het rapport een deelnemer aan het onderzoek. Missionaire pioniers lopen tegen de huidige regels en structuur van de kerk op, en soms zijn er ‘gevoelens van concurrentie’. De nieuwe kerkplekken vormen qua relaties geen los zand: mensen trekken in netwerken met elkaar op. Maar lid worden van de kerk is vaak een stap te ver. De pioniersplekken gaan daar ‘fluïde, open en flexibel’ mee om, aldus het rapport.
Daarnaast leeft breed de gedachte, ook bij mensen uit gevestigde kerken, dat een dominee, ouderling of diaken niet noodzakelijk bij een nieuwe kerkvorm betrokken hoeft te zijn. Zij gaan voor een ‘geestelijke invulling’ van het ambt.
De meeste deelnemers hechten wel aan theologische kwaliteit en diepgang. ‘De teneur valt samen te vatten als: “Het ambt hoeft niet per se, zolang er maar kwaliteit wordt geleverd en men weet wat men doet.” Daarbij wordt scholing belangrijker gevonden dan ambtelijke inkadering.’
Voldoende theologische kennis is een waarborg tegen wildgroei. Het rapport roept vragen op over de ambten binnen de kerk die, zoals altijd is gezegd, Christus representeren, erkent dominee René de Reuver, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland. Hij schrikt niet van de uitkomst en ziet er een beweging in van de Geest, die ruimte creëert voor het evangelie. ‘Het punt is dat veel mensen de nieuwe kerkplek ervaren als dé kerk waar ze naartoe gaan. Daar willen ze worden gedoopt en het avondmaal vieren. Het is geen opstapje naar een bestaande gemeente.’
theologische doordenking
De nieuwe plekken zijn legitieme vormen van kerk-zijn, maar vragen ook om verdere theologische doordenking van de ambtsstructuur binnen de kerk, aldus De Reuver. Het rapport geeft geen antwoorden, maar inventariseert de vragen: een bouwsteen voor een verdere bezinning, die op de synodevergadering van november aan de orde komt. ‘Gewone, niet bij het pionierswerk betrokken gemeenteleden zullen zich afvragen: wat krijgen we nu allemaal? Ook hun stem moet worden gehoord.’ <
Voor de nieuwe kerkplekken moet een aparte ‘orde’ komen, naast de bestaande gemeenten, beveelt het rapport aan. Zoals binnen de Rooms-Katholieke Kerk, waarin naast officiële parochies kloosterordes bestaan met bijzondere bevoegdheden.
De orde zou een ‘regelarme zone’ kunnen vormen en afgevaardigden kunnen sturen naar de synode – een wens van veel deelnemers aan het onderzoek.
Andere aanbevelingen:
- Ontwikkel een theologische visie op de vraag hoe kerk te zijn met diverse verschijningsvormen.
- Schenk meer aandacht aan training en supervisie voor niet-theologisch geschoolde voorgangers van nieuwe kerkplekken.
- Werk aan een beter samenwerkingsklimaat.
- Zie de huidige spanning niet als negatief, maar waardeer deze als ‘bron van leren en vernieuwing’.