Hoe een Syrische familie onverwacht toch Kerst kan vieren

wie: Hanna Georges Terkmani en Marie Therese Antoine Dayob en hun zoontjes, Eduard van 4 jaar en Anthony van 2 maanden
waar:afkomstig uit Aleppo, Syrië, woonachtig in Beiroet, Libanon
Toen ze nog in Aleppo woonden, vierden ze elk jaar Kerst. Ze gingen naar de kerk, waar ze met andere gelovigen de geboorte van Jezus vierden. Thuis hadden ze een mooie kerstboom en was het gezellig met familie in hun mooie huis. Het was maar een klein huurhuis, maar ze waren er gelukkig.
Nu wonen Hanna en Marie Therese in Beiroet. Ze zijn gevlucht vanwege de oorlog in hun thuisland Syrië. Ze wonen met hun gezin in een kleine kamer. Woonkamer, slaapkamer, keuken en toilet ineen, op de vijfde verdieping van een gebouw. Marie Therese is net met een keizersnede bevallen van hun jongste zoon. De trappen vallen haar zwaar.
In Libanon viert de familie geen Kerst. ‘Alles draait hier om werk’, zegt Hanna. Hij pakt al het werk aan dat hij kan krijgen, bijvoorbeeld in een restaurant in de buurt. Maar het is altijd te weinig. Hij verdient ongeveer 400 Amerikaanse dollars per maand. Alleen de huur van hun kleine kamertje is al 300 dollar. Daarnaast hebben ze nog steeds medische kosten voor Marie Thereses keizersnede en voor de week dat hun zoon in het ziekenhuis was opgenomen na de geboorte, vanwege ademhalingsproblemen. ‘We hebben niet eens geld om kleren voor onze kinderen te kopen. Laat staan een kerstboom of cadeautjes’, zegt hij. Ook is hun familie niet in de buurt. Ze hebben geen geld om ergens heen te reizen en Hanna’s enige broer is omgekomen in de oorlog. Hij was soldaat in het leger.
niet geaccepteerd
In Libanon is bijna een op de drie mensen een Syrische vluchteling. Sinds de burgeroorlog begon, heeft het land veel vluchtelingen uit het buurland opgevangen. Maar hoe meer mensen er kwamen en hoe langer ze bleven, hoe moeilijker het er voor Syrische vluchtelingen is.
‘We worden hier niet geaccepteerd, we mogen niet meepraten, we kunnen geen werk vinden, geen Kerst vieren en niet naar de kerk omdat we Syrisch zijn’, zegt Sameer Shleweet, die het gesprek met de familie vertaalt. Hij is zelf ook Syriër en werkt als humanitair arts bij een kliniek voor vluchtelingen, waar hij de familie leerde kennen.
Naar de kerk gaan ze ook niet in Beiroet. Er is een kerk in de buurt, maar dat is een Armeense katholieke kerk. Ze krijgen daar geen hulp en voelen zich er ook niet welkom omdat ze geen Armeniërs zijn. ‘Het is te pijnlijk om naar de kerk te gaan’, zegt Marie Therese. Wel houden ze vast aan de hoop die de adventstijd en het kerstfeest geeft. ‘We verwachten Jezus elke dag’, zegt ze. ‘Onze hoop is dat het morgen beter is. We hebben geen verwachtingen voor de toekomst. We leven bij de dag. We weten niet wat er daarna gaat gebeuren.’ Wat ze tegen Nederlandse christenen zouden willen zeggen? ‘Help ons. Op welke manier u ook maar kan. Bid alstublieft voor ons, dat we weer een normaal leven kunnen leiden en weer Kerst kunnen vieren.’
toch een paar cadeautjes
Een paar dagen na het interview stuurt vertaler Sameer Shleweet nog een WhatsApp-berichtje. Hij heeft een paar mensen bij elkaar gekregen met wie ze als verrassing bij de familie op bezoek gaan met Kerst. ‘We nemen een paar cadeautjes en wat eten mee en gaan kerstliedjes zingen. Ik zal de kerstman spelen. Zo kunnen we hen wat opvrolijken tijdens het kerstfeest.’
Dit interview is tot stand gekomen in samenwerking met Kerk in Actie. Op eerste kerstdag is er in veel kerken een collecte voor de opvang van Syrische vluchtelingenkinderen via Kerk in Actie.Zie voor een uitgebreidere toelichting op deze serie nd.nl/christelijkefeesten


