In memoriam: Frans Horsthuis, zwervend priester

Kerkmuren waren aan Horsthuis niet besteed. Hij had zowel protestantse als katholieke bewonderaars. Horsthuis wilde leven naar het voorbeeld van Franciscus van Assisi, naar wie hij genoemd was: als bedelaar rondreizend. In 1947 was hij tot priester gewijd, maar een reis naar Israël in 1968 werd een keerpunt in zijn leven.
‘Op de Olijfberg voelde hij dat Jezus hem zei dat de christenen de kerk gemaakt hadden tot een organisatie, gebouwd op geld, op wereldse structuren en wetenschap’, schrijft franciscaan Jan van Beeck over dit moment. Horsthuis vroeg en kreeg eervol ontslag als pastoor en gooide zijn leven om. Als dakloze reisde hij vervolgens door Europa, vooral achter het IJzeren Gordijn.
Kardinaal Wim Eijk schrijft in een overlijdensbericht dat Horsthuis ‘niet alleen inhoud maar ook inspiratie wilde doorgeven’. ‘Hij leefde vanuit de overtuiging dat wie leerling van Jezus wil zijn, alles moet loslaten en Hem moet volgen. Dat deed hij steeds letterlijker, stap voor stap.’
Horsthuis raakte – net als bijvoorbeeld Henk Binnendijk en Anne van der Bijl – in de jaren zestig onder de indruk van de evangelist Sidney Wilson. De charismatische beweging was in Nederland groeiende en Horsthuis speelde daarbij een belangrijke rol. Op diverse plekken ontstonden huiskringen waar men, geïnspireerd door de pinksterbeweging, samen bad en de Bijbel las.
Daarnaast schreef hij diverse boeken, waarvan het autobiografische De Koninklijke Weg (1988) het bekendst is. De meeste van zijn boeken waren niet voor geld te koop.
‘geestelijk vader’
Later in zijn leven trokken meer en meer protestanten met Horsthuis op. Zo behoorde Erik Bakker, actief voor het Leger des Heils, tot de kleine kring van twaalf vrienden die bij zijn uitvaart aanwezig waren. Op zijn blog vertelt Bakker dat Horsthuis hem leerde ‘niet alleen in Jezus te geloven, maar ook van Hem te houden’.
Jan Wolsheimer, directeur van MissieNederland, vertelde in Visie hoe zijn vriendschap met Horsthuis begon: ‘Toen ik hem leerde kennen, dacht ik: dit is de eerste persoon die ik ontmoet die het geloof echt voluit leeft. Daar verlangde ik naar, en daarom zocht ik hem jaarlijks een keer of drie op.’
Wolsheimer noemt Horsthuis zijn ‘geestelijk vader’. De priester hielp hem naar eigen zeggen bij het verwerken van zijn midlifecrisis: ‘Ik herlas het en vond er ongelofelijk veel herkenning in. Ik ben dus niet gek, dacht ik.’
Aan het eind van zijn leven brak Horsthuis met zijn zwervende en geldloze levenswijze. Sinds 2010 sleet hij zijn dagen in een woning in Doetinchem. Zijn laatste boek, Zie uw koninkrijk komt!, is het eerste dat te koop is voor geld.
Horsthuis deelt nu zijn graf met Geza Hamori, die in Doetinchem bekend was als ‘de zwerver met de kapotte broek’. In januari – de datum is nog niet bekend – volgt nog een herdenkingsbijeenkomst voor de eigenzinnige priester.