Zijn we een deel van het 'goede nieuws' uit de Bijbel vergeten?

Amersfoort
De kijk op het verzoeningswerk van Jezus is een ‘vergeten evangelie’, zegt theologisch onderzoeker Reinier Sonneveld (40) uit Utrecht. Met zijn gelijknamige boek prikkelt hij gereformeerd en evangelisch Nederland zo, dat de Theologische Universiteit van Kampen vrijdag een studiedag rond dit thema houdt. Het loopt zo storm met de aanmeldingen, dat naar een grotere locatie wordt uitgeweken.
Volgens Sonneveld was de kruisiging niets anders dan de kroning van God als Heer van de wereld. ‘Christus Victor!’, stelt hij. ‘Hij is overwinnaar door de troon die bezet was door het kwaad,weer over te nemen, en ons het leven in al zijn volheid terug te geven.’ Verdringt dat ‘goede nieuws’ niet het feit dat Golgota de offerplaats is waar Jezus betaalde voor de schuld van de mens? Gereformeerd baptistentheoloog Kees van Kralingen (66) uit Barendrecht, tevens redacteur van Reformation Today, neemt daarover de handschoen op.
Naast het boek ‘Het vergeten evangelie’ stort Reinier Sonneveld een grote hoeveelheid aan informatie uit op internet, met allerlei filmpjes en artikelen. Wat bezielt u om u hier zo druk over te maken?
Sonneveld: ‘Omdat ik hier erg enthousiast over ben. Dit gaat uiteindelijk over het beste nieuws dat ik me kan voorstellen. Jezus heeft in een ultieme confrontatie het kwaad verslagen en overwonnen. Dat betekent dat er hoop is voor deze wereld. Daar verlang ik enorm naar, want ik zie een wereld die vastloopt.’
Is dat zoveel anders dan wat andere theologen doen?
‘Theologie is eigenlijk een vak waarbij het vaak niet over nieuwe dingen gaat. Mijn grootste inspiratiebron was Ireneüs van Lyon, een theoloog uit de tweede eeuw. Ik vind het belangrijk om mij te verhouden tot de traditie en daar zo dicht mogelijk bij te blijven. Natuurlijk gebruik ik andere woorden; die kunnen mensen soms op een verkeerd been zetten.’
De titel is pretentieus: wij als traditionele christenen zijn wat vergeten en Reinier Sonneveld gaat het stof voor ons eraf blazen.
‘Wij lijken inderdaad vergeten dat de kern van het evangelie is: Christus heeft de macht. Vraag een doorsnee Nederlandse christen wie Jezus is, dan krijg je een antwoord als “Christus heeft met zijn bloed voor mijn zonden betaald”. Tot mijn twintigste heb ik dat ook zo geformuleerd. Daarna ben ik tien jaar zoekende geweest.’
En wat leverde die zoektocht op?
‘Ik heb geregeld deur-aan-deurevangelisatie gedaan. Om de twee, drie deuren voerde ik een gesprek over het geloof, een half uur vertellen dat er hoop is, dat liefde het belangrijkste is en het leven met Jezus fantastisch. Maar bij de kruisiging haakte men af. Ik kon in die missionaire context niks met “verzoening door voldoening”.
Het gebruik van het woord euangèlion (goed nieuws) was voor mij echt een ontdekking. Dat is in het bijbelboek Marcus het eerste citaat van Jezus: er is goed nieuws, want het koninkrijk van God is nabij gekomen, dus bekeer je. Zo vatte Jezus de kern van zijn boodschap samen. Op die ontdekking heb ik wekenlang zitten kauwen. Om een of andere duistere reden was ik die gewoon nog niet tegengekomen.’
noodzaak
Van Kralingen: ‘Ik herken me in Sonnevelds ontdekking, want ook ik ben opgegroeid met de boodschap van het persoonlijke heil door Jezus, dat Hij voor mijn zonden is gestorven. Dat het evangelie nog veel meer is, lijken we inderdaad vergeten. Dus goed dat hij dat weer voor het voetlicht brengt.
Toch blijft het concept van verzoening-door-voldoening geldig en van wezenlijk belang. Na zijn opstanding roept Jezus op tot de prediking van bekering en vergeving van zonden tot aan het einde van de wereld. In het evangelie gaat het om de redding en het persoonlijk heil van mensen en daardoor bouwt God zijn Koninkrijk en bereikt zijn doel met een nieuwe hemel en aarde en een nieuwe mensheid waarbij het kwaad wordt overwonnen. De noodzaak van verzoening en herstel van de relatie met God horen daarbij.’
Sonneveld benadrukt dat de kruisiging het moment is van de kroning van Christus als overwinnaar. Hoe kijkt u aan tegen dat model van “Christus Victor”?
Van Kralingen: ‘Sonneveld zet de overwinnaarsgedachte tegenover verzoening-door-voldoening, een visie die hij enigszins afwijst en ergens zelfs onbijbels noemt. Ik houd vast aan verzoening-door-voldoening. Ik zie het totale werk van Christus als één grote diamant. Dan moet je niet het element van verzoening-door-voldoening eraf snijden en dat tegenover “Christus Victor” plaatsen. Dan roep je op een keuze te maken tussen twee halve diamanten.’
Sonneveld: ‘Mijn boek is geen bespreking van twee modellen, waarbij ik uiteindelijk kies voor een van beide. In bijna alle hoofdstukken geef ik een positieve en enthousiaste uiteenzetting van Christus Overwinnaar. In een klein kader laat ik mij op drie, vier bladzijden kritisch uit over verzoening-door-voldoening. Ik besteed er weinig aandacht aan, want het gaat mij vooral om de herontdekking van Christus Victor.’
Waarom brengt u het toch ter sprake?
Sonneveld: ‘Ik vind het belangrijk om het achterste van m’n tong te laten zien en om een opening te zoeken voor gesprek. Want de vele karikaturen over Jezus als offerlam zorgen voor verwarring. Anselmus, een briljante monnik uit de elfde eeuw, is de “uitvinder” van de gedachte verzoening-door-voldoening. Dat is niet de kern van het evangelie, hoewel ik verder veel met hem deel.’
Wat voor karikaturen zijn er dan?
Sonneveld: ‘Varianten die elke zondag vele keren van de kansels worden verkondigd. Als Gods genade en vergeving gratis wordt aangeboden, waarom zeg je dan dat daarvoor betaald moet worden? En dan ook nog weer door de dood van een mens? Dan wordt het een transactie.’
Zet u zich af tegen enige vorm van verzoening?
Sonneveld: ‘Beslist niet. Het is superhelder dat wij verzoend moeten worden met God. Dat zie je Jezus doen na zijn opstanding: Hij verzoent zich met Petrus, met Tomas. Bij de genezing van de verlamde man biedt Hij Gods vergeving aan, interessant genoeg zonder betaling. God is liefde, hij heeft geen offer nodig om te kunnen vergeven; wij wel.
Toch zien je in de populaire variant van verzoening-door-voldoening vaak de gedachte dat God zijn toorn ontlaadt op zijn Zoon. Jezus als hitteschild of bliksemafleider – daar heb ik moeite mee. Het is niet bijbels Vader en Zoon zo tegenover elkaar te zetten. Moeten wij beschermd worden tegen een vader uit wiens handen wij gered moeten worden? Kan ik die vader wel vertrouwen? Wat is dat voor vader, die eerst je vijand is? Over die vraag krijg ik bijna elke dag wel twee of drie mailtjes. Als er één punt is waar verzoening-door-voldoening pijn doet, dan gaat het daarover.’
Van Kralingen: ‘Ik deel de kritiek op karikaturen van verzoening-door-voldoening.’
Verzoening-door-voldoening is geen genade, stelt u. Genade krijg je immers, zonder dat er iets tegenover staat. Wat doet u er nog mee?
Sonneveld: ‘Ik blijf ernaar luisteren, omdat het een groot deel van de christelijke traditie omvat. Als zo veel van mijn medegelovigen (mogelijk 10 tot 15 procent) geloven in verzoening-door-voldoening en een net zo groot deel gelooft in het Christus Victormodel, dan moet ik daar wat mee. Daar moet een bepaalde wijsheid in te vinden zijn. Met elkaar vormen wij de gemeenschap der heiligen en zien we iets van de grootheid van God.’
Van Kralingen: ‘Ik heb het gevoel dat we meer vergeten zijn dan alleen het Christus Victormodel. Zoals een gedegen theologische onderbouwing van verzoening-door-voldoening.
De gedachte van verzoening-door-voldoening vindt haar oorsprong al in de eerste eeuwen van de christelijke kerk. Anselmus was absoluut niet de eerste; andere theologen hebben het soms net anders verwoord of in een groter kader geplaatst. In de tijd van de Reformatie was er ook kritiek op Anselmus.’
Hebt u selectief gewinkeld in de kerkgeschiedenis?
Sonneveld: ‘Nee hoor. Anselmus heeft diverse elementen waaronder Christus als offerlam – een visie die ik overigens volledig onderschrijf – bij elkaar gezet en door verzoening-door-voldoening in model gebracht. Die constructie zag ik nergens eerder.
Tegelijk zie je dat Christus als overwinnaar van het kwaad een ondubbelzinnige en onbetwiste opvatting is in de vroege kerk. Elke kerkvader had de Christus Victorgedachte. Alleen, in de westerse traditie worden schuld en kwaad later heel persoonlijk gemaakt. In mijn boek maak ik daarop een aanvulling, door vier soorten kwaad te onderscheiden: persoonlijk kwaad, met daarnaast sociaal kwaad (milieuvervuiling bijvoorbeeld), bovennatuurlijk kwaad (de duivel) en natuurlijk kwaad (dood en verderf). Als Jezus “het kwaad” overwint, gaat dat over meer dan alleen persoonlijke schuld.’
Waar blijft het besef van onze diepe verlorenheid? Wordt het niet makkelijk te zwijgen over eigen zonden?
Sonneveld: ‘De helft van mijn boek is gewijd aan het kwaad. Persoonlijke schuld hebben we allemaal, maar dat is niet de kern van de discussie. Verootmoediging en boete doen horen er gewoon bij.’
Van Kralingen: ‘De vraag blijft, ondanks je grondige analyse, wat nu precies de diepste oorzaak is van het persoonlijke kwaad. Wat drijft een mens om ellendige dingen te doen? De zonde zit in het hart van mensen – dat toont Jezus radicaal aan in de Bergrede.’
Sonneveld: ‘Ik stel niet zozeer de vraag waar het kwaad vandaan komt, maar hoe het functioneert. De mechaniek van het kwaad is hol; het is een kwestie van marketing. Kwaad moet zich verkopen om ons te kunnen verleiden. Persoonlijk kwaad komt voor een deel doordat we verleid worden en voor een deel door een wilsbesluit om niet te gehoorzamen. Het goede nieuws is dat Christus wel gehoorzaam was. Dat is zijn overwinning.’
Is God niet verschrikkelijk boos? Hij straft, vergeldt, neemt wraak en wil bloed zien.
Van Kralingen: ‘Een eenzijdige boodschap van de toorn van God is de helft van de waarheid, en daarmee een hele leugen. Daar protesteer ik tegen. Gods toorn en Gods liefde horen bij elkaar, maar speel die niet uit tegen elkaar. Ze komen samen in het kruis van Christus. De Vader had ons lief en zond Zijn Zoon als verzoening voor onze zonden.’
verhouding
Sonneveld: ‘Ik zeg het nog extremer. In Jesaja staat een ontroerende tekst over een jaar van genade en een dag van toorn. Als Jezus een bepaalde tekst uit Jesaja citeert, dan laat hij zelfs dat gedeelte over de toorn weg. Dat zegt wel een beetje waar de prioriteiten liggen. Er is een overvloed van genade. In het Oude Testament was dat de verhouding toorn en genade 1 op 365, in het Nieuwe Testament is dat 1 op een miljoen, bij wijze van spreken. Zo liggen de verhoudingen.’
Verdwijnt dan niet de ernst van bekering?
Sonneveld: ‘Bij “Christus Victor” is net zo goed bekering nodig. Verzoening-door-voldoening heeft de neiging om geloof te zien als een overtuiging, terwijl Christus Victor veel meer gaat over loyaliteit, over de vraag aan wiens zijde jij je als gelovige schaart. Anders gezegd: wie is jouw Heer, wiens vlag draag jij? Dat is de kernvraag in het Christus Victormodel.’
Van Kralingen: ‘Dat is op zich juist, maar mijn diepste motivatie daarvoor komt doordat ik weet dat ik door Christus met God verzoend ben. Tim Keller zegt over het evangelie dat wij door God aanvaard worden op basis van het werk van Christus, en daarom gaan wij gehoorzamen. Als je het omdraait, krijg je heidense religie om jezelf aanvaardbaar te maken bij God. Dan gaat het helemaal fout. Het evangelie raakt en verandert mensen.’
Hoe is de (niet-)gelovige Nederlander gediend met deze discussie?
Van Kralingen: ‘Dat we nog dieper het evangelie gaan doordenken en merken dat het goede nieuws nog mooier is dan we al dachten. Ik hoop dat Sonneveld straks een tweede deel schrijft.’
Sonneveld: ‘Laatst zag ik een evangelisatiefoldertje in het ziekenhuis liggen, over een strenge God met een baard, en een kloof met een kruis eroverheen. Dat is een onbegrijpelijk verhaal, tenzij je er dertig jaar mee bent opgevoed. Het werkt niet. Mensen zijn gediend met een groter evangelie.
Als ik tegen een ongelovige zeg dat Jezus de overwinning van de liefde is, dan snapt iedereen dat zinnetje. Ik kan daarbij het verhaal vertellen over vergeving voor een overspelige vrouw of de beulen die Jezus bij het kruis vergeeft. Dan voelt iedereen aan dat dit is wat we allemaal willen: dat het kwaad verslagen wordt, leven met een God die helemaal liefde is. Dan vertel je een begrijpelijk verhaal, dat bovendien veel aantrekkelijker is.’ <