Crisis in CGK: ‘Eenmaal uit elkaar, dan komt het nooit meer goed’

Apeldoorn
De zachte bevindelijkheid van de christelijk-gereformeerden heeft plaatsgemaakt voor ernst: het is crisis in de kerk en het gaat over de kern, in de woorden van hoogleraar kerkrecht en -geschiedenis Herman Selderhuis. Over wat de Bijbel wel of niet zegt ‘over vrouw en ambt, over homofiele broeders en zusters, over de leer zoals die in de belijdenis is verwoord, en over hoe je vandaag kerk en kerkverband kunt en moet zijn’.
In een indringende lezing probeerde Selderhuis voor zo’n 150 christelijk-gereformeerde dominees, ouderlingen en diakenen, bijeen op een ambtsdragersconferentie in Apeldoorn, een uitweg te vinden. Indringend, omdat hij slecht slaapt ‘van hoe het nu is en waar het naartoe moet. Het is crisis in de kerk en crisis betekent dat er wat gebeuren gaat, de ene kant of de andere kant op. In tijden van crisis hebben we niets aan vage verhalen maar moet er een verbinding zijn van bezinning en handelen.’
Hij gaf links en rechts schoten voor de boeg en kwam uit op het pleidooi een pauze in de besluitvorming in te lassen. Eerdere breuken in de gereformeerde kerkgeschiedenis, zei hij in reactie op een vraag uit de zaal, hebben laten zien hoezeer de boel op hol kan slaan, zozeer dat de trein niet meer te stoppen is. Dat moet voorkomen worden.
Hij illustreerde het met een levensecht voorbeeld: Selderhuis was deze zaterdagmorgen op het nippertje terug uit Maleisië, met een vertraging van 26 uur. Die vertraging had een reden: na twee uur vliegen had de piloot gezegd, na problemen met de watertoevoer in het toestel, dat het hem verstandig leek terug te keren. Omkeren en meer tijd nemen is soms het verstandigst, zei Selderhuis, ook al voelt het als vertraging.
De crisis in de Christelijke Gereformeerde Kerken tekent zich sinds enkele maanden scherper af: er zijn plaatselijke kerken die willen afwijken van landelijke afspraken over vrouwelijke ouderlingen en diakenen, en over homoseksuele relaties. Uit onderzoek van het Nederlands Dagblad bleek vorige week dat de besluitvorming of bezinning inmiddels in meer dan twintig kerken gaande is. Wat vrouwelijke ambtsdragers betreft, hebben kerken in Arnhem, Nieuwegein, Hilversum en Rotterdam-Zuid zich inmiddels uitgesproken.
kerkmodel
Dat is binnen het kerkmodel van de christelijk-gereformeerden ingrijpend, maakte Selderhuis duidelijk. Het basisprincipe is: ‘We treden niet in elkaars rechten, maar aan wat gezamenlijk besloten wordt, houdt zich dan ook ieder. Besluiten nemen we op democratische wijze, namelijk de meerderheid beslist. Deze verbinding van vrijheid en gebondenheid gaat terug op het beginsel dat lid zijn van een kerkverband berust op vrijwillige toetreding.’ Bij dit ‘vrij eenvoudige principe’ past geen houding van ‘ik maak zelf wel uit wat goed voor mij is, een houding die ons in het paradijs al in het verderf heeft gebracht. Dit principe betekent naar de ene kant dus dat het niet maar onfatsoenlijk, maar onkerkelijk en naar mijn gedachte zondig is als je besluiten die we biddend, bij een open Bijbel en na overleg samen genomen hebben, naast je neerlegt. Dit principe betekent naar de andere kant dat het even onkerkelijk en naar mijn gedachte zondig is het kerkverband te gebruiken om een ander mijn wil op te leggen.’
Toch, in de huidige situatie is het zo ‘dat een kerk die zich bewust niet houdt aan afspraken die samen met anderen gemaakt zijn, zich feitelijk buiten het kerkverband plaatst’, zei Selderhuis. ‘Concreet gezegd: kerkenraden die bijvoorbeeld besluiten toch vrouwelijke ambtsdragers te gaan benoemen en bevestigen, en die zich niet laten tegenhouden door hun kerkverband en het gesprek over hun houding alleen willen onder voorwaarde dat de andere kerken met hun keuze instemmen, moeten het niet vreemd vinden als het kerkverband deze houding gaat bevestigen en de geloofsbrieven vanuit deze kerkenraden niet langer aanvaardt’ – dat betekent feitelijk een breuk: een kerk wordt niet langer geaccepteerd.
Daarop bevraagd door de reformatorische dominee Anton Egas zei Selderhuis dat een ‘verlegenheidsoplossing’ te vinden, een besluit ‘voortgekomen uit radeloosheid’. Maar gedogen of verdragen, waar op de linkerflank voor wordt gepleit, kan volgens Selderhuis ook niet. ‘Iets is goed of niet goed. Het kan niet, volgens de Schrift, of wel. Als het niet kan, dan kun je niet gedogen. Dan hol je het hele kerkelijke bestaan vanbinnen uit, dat is geen optie.’
piketpalen
In zijn lezing sloeg Selderhuis nog enkele piketpalen: door de nauwere samenwerking met de vrijgemaakt-gereformeerden op plaatselijk niveau is er een mentaliteit van aanpakken en doorpakken doorgedrongen waartegen de zachtere CGK-mentaliteit niet bestand lijkt. En hij vraagt zich af of in deze tijd van kerkverlating en geloofsafval ‘vrouw en ambt’ wel het goede thema is. ‘Ik heb in de wereld nog geen kerk gezien die missionair sterker werd door de invoering van vrouwelijke ambtsdragers. Andersom wel, overigens.’
Bovendien: volgens hem wil niemand binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken elkaar kwijt, leden van een samenwerkingsgemeente noch Bewaar het Panders, ‘niemand in de CGK Barendrecht en niemand in de CGK Zwolle’. ‘De kerk is niet een club waar wij onze experimenten op los laten en ook niet de kluis waarin wij onze tradities bewaren, maar is het levende lichaam van Christus.’ Zo kwam Selderhuis bij zijn pleidooi tot een pauze in de besluitvorming. ‘Het is als in een huwelijkscrisis waar het moment komt dat je niet meer met elkaar praat, dat point-of-no-return. Als je één keer uit elkaar bent, komt het nooit meer goed.’ <