Gastvrijheid is: vluchtelingen opvangen in een klooster

Nijmegen
‘Moeten we in mijn klooster in Doetinchem onze gastenkamers niet aan vluchtelingen ter beschikking stellen? Ik heb daar veel sympathie voor. Het zou zo gek niet zijn.’
Die gedachte is ‘misschien’ naïef, maar dat is geen diskwalificatie, vindt monnik en hoogleraar Thomas Quartier. Op de breed opgezette studiedag ‘Grens en Geest’ spreekt hij vrijdag over gastvrijheid. Als iemand bij ons land aanklopt, mogen we diegene niet afwijzen, vindt hij. ‘Maar om open te staan voor een ander, moet ik mijn eigen identiteit bewaken. In de huidige discussies gaat het vaak of om het ene – helemaal openstaan – of om het andere – jezelf radicaal afsluiten.’
de Geest waait
De studiedag vindt plaats in Kapel Berchmanianum in Nijmegen. De organisatie ligt in handen van vier instituten die verbonden zijn aan de Radboud Universiteit. Wat hen bindt, is dat ze vinden dat de christelijke spiritualiteit de samenleving wijsheid biedt.
Iedere spreker geeft een eigen invulling aan het thema ‘Grens en Geest’. Het kan gaan over vluchtelingen, de brexit en nationalisme, maar ook over Quartiers leven in de Sint Willibrordsabdij in Doetinchem. De grenzen van de studiedag zijn doelbewust niet scherp afgebakend – zodat de Geest kan waaien.
Zo kan Heleen Murre-van den Berg van het Instituut voor Oosters Christendom vertellen over Syrisch-orthodoxe christenen, en Ellen Van Stichel van het Dominicaans Studiecentrum over ‘de Geest in een geel hesje’.
‘Het idee is om te laten zien wat de Radboud Universiteit in huis heeft aan spiritualiteit’, licht Quartier toe. ‘Het Titus Brandsma Instituut is het oudst. Ik zal spreken namens het nieuwe Benedictijns Centrum voor Liturgische Studies.’
radicale openheid
‘De studiedag is een experiment’, vertelt Quartier. ‘Hoe wordt een grens beleefd door Syrische christenen? Of door gele hesjes? Hoe verhoudt zich dat tot mijn beleving? We hopen op deze dag bij de radicale openheid van de Geest uit te komen.’
Wat is dan die ‘radicale openheid’? En hebben mensen geen grenzen nodig? Quartier ziet hier een paradox – je kunt alleen open zijn, als je weet waar je grenzen liggen. Enerzijds waait de Geest waar Hij wil, anderzijds raakt Hij mensen misschien wel het meest intens in de zeer sterk begrensde setting van een klooster.
Quartier: ‘Wij zouden als abdij verdwijnen als we onze grenzen niet bewaken. Er zit een beperking aan wat wij kunnen doen en die grens moeten we bewaken. Tegelijk ben ik voorstander van open grenzen. We mogen aan de poort niemand afwijzen. En als dat tot conflicten leidt, moeten we daarover praten.’
Andere abdijen, zoals die in Berne en het Belgische Averbode, vangen al vluchtelingen op. Die horen echter bij een andere kloosterorde, waar stilte en afzondering een minder prominente rol spelen. ‘Bij ons kloppen ook mensen aan die de lijn in hun leven kwijt zijn’, ziet Quartier.
brexit
Wat is nu een gezonde verhouding tussen grenzen trekken en open zijn? Quartier denkt dat hierop geen eensluidend antwoord te geven is.
Maar dat betekent niet dat hij in vaagheden blijft steken. De spiritualiteit van het klooster kan richtlijnen geven.
Zo is angst nooit handig, vindt hij. ‘Ik denk dan aan de brexit. Ik ben niet competent om iets te zeggen over de ingewikkelde politieke situatie. Maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat er angst in het spel is. Dat moet je eerst overwinnen. Daarna kun je kijken hoe je met grenzen om wilt gaan. Ik spreek op de studiedag alleen namens mijn eigen instituut, maar er is wel iets wat alle instituten delen: ze roepen op om eens voorbij onze angsten te kijken.’
Vanuit die afbakening van de eigen identiteit moeten we onze fixatie op grenzen opgeven, stelt Quartier. ‘We waken over grenzen, niet over mensen. Ik vind dat een schending van het evangelie. Je moet mensen die aan de deur kloppen met open armen ontvangen.’ <