Vrouw in ambt terug op landelijke agenda CGK
Noordeloos
De particuliere synode van het oosten, gevormd door kerken uit Midden- en Oost-Nederland, die woensdag in Noordeloos bijeen kwam, vraagt de landelijke synode een eerder besluit uit 1998 op zijn houdbaarheid te toetsen. Dit oudere besluit, waaraan de kerken tot nu gehouden zijn, luidt dat op basis van de Bijbel ‘het gezaghebbende leiding geven aan de gemeente aan de man en niet aan de vrouw toekomt’.
De particuliere synode besloot na een uitgebreide bespreking unaniem de landelijke synode te vragen hóé dit oude besluit te toetsen op houdbaarheid, en deze toetsing ‘vervolgens ook daadwerkelijk te doen uitvoeren’. Een uitkomst kan zijn dat het besluit wordt aangevuld of bijgesteld.
Op de achtergrond spelen spannende vragen: hoe moet het verder binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken nu op principieel niveau – het gezag van de Bijbel – tegenovergesteld wordt gedacht over de positie van vrouwen. Tal van kerken wijzen vrouwelijke ambtsdragers scherp af als onbijbels. Evengoed zijn er veel (samenwerkings)gemeenten die op bijbelse gronden ruimte zien voor vrouwelijke ouderlingen en diakenen.
Twee van hen, in Arnhem en Nieuwegein (beiden vallen onder de particuliere synode van het oosten), hebben laten weten vrouwelijke ambtsdragers te willen bevestigen. Arnhem is daarover in 2018 in gesprek gegaan met kerken in de regio. Langs die route is het onderwerp bij de particuliere synode terechtgekomen. Nieuwegein heeft dit voorjaar aangegeven tot uitvoering over te gaan en geen toestemming van kerken in de regio te vragen, omdat ze verwacht die niet te krijgen.
instructie
De ‘instructie’ die woensdag naar de landelijke synode is doorgestuurd was voorbereid door dominee Han Schenau uit Nunspeet. Zijn tekst kwam in de plaats van twee instructies uit de classis Apeldoorn. Schenau zei zonder landelijke bespreking ‘geen andere kerkelijke praktijk te willen invoeren’, namelijk ruimte voor vrouwelijke ambtsdragers. ‘Die nieuwe inhoudelijke bespreking zou ik waardevol en zinvol vinden.’
In de instructie worden de dilemma’s onderkend, ‘mogelijk staat zelfs het voortbestaan van onze kerken ter discussie’. De verwachting wordt uitgesproken dat de spanning ‘alleen maar toeneemt zowel wanneer er blijvend geen, als wanneer er wél ruimte gegeven wordt om zusters in de ambten te beroepen’. De spanning is extra diep en pijnlijk omdat deze raakt ‘aan ons al of niet gemeenschappelijk verstaan’ van de Bijbel.
In het voorstel wordt de landelijke synode gevraagd om samenwerkingsgemeenten ‘met klem te vragen’ zich tot aan de uitkomsten van de landelijke toetsing te houden aan de gemaakte afspraken, ‘zodat de druk op de eenheid van het kerkverband niet nog verder toeneemt’. Ook wordt aan hen gevraagd geen ‘onomkeerbare besluiten te nemen waardoor deze eenheid onder onaanvaardbaar hoge druk komt te staan’. <