Dilemma: wie Syrische kerken helpt, steunt president Assad
Syrische kerken bereiken miljoenen met noodhulp, maar zijn loyaal aan het regime van Assad. Kunnen Syrische kerken een partner zijn voor Nederlandse kerken? Of zijn er andere wegen om hulp te bieden?

Damascus
‘Ze hebben zich ontzettend pro-Assad uitgesproken’, zei Rikko Voorberg begin deze maand over de Grieks-Orthodoxe Kerk in Syrië, de grootste kerk in dat land. De dominee-activist wil niet dat Kerk in Actie, de hulporganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland, met die kerk gaat samenwerken.
Maar Kerk in Actie doet dat wel, net als de Wereldraad van Kerken. Christenen in Syrië hebben het enorm zwaar. Op een totaal van 2,4 miljoen is twee derde al gevlucht, meestal vanwege de wandaden van de Syrische president Bashar al-Assad.
De vraag voor Nederlandse kerken is: hoe kunnen we de Syrische bevolking het beste steunen? Gopa-Derd, dat uitgaat van de Grieks-Orthodoxe Kerk, is actief in een gebied waar Assad strenge criteria handhaaft voor iedereen die er hulp wil geven en bereikt miljoenen mensen.
In het tv-programma Jacobine verdedigde Jurjen de Groot, directeur van Kerk in Actie, tegenover Voorberg zijn keuze voor Gopa. ‘In gebieden waar Assad aan de macht is, wordt geen hulp geboden.’ Kerk in Actie benadrukt dat steun aan Gopa geen steun betekent voor het regime.
Voorberg repliceerde dat er betere manieren zijn om – buiten de kerken om – hulp te bieden: ‘Ik kan zo duizend mensen aanwijzen die krom liggen om vanuit Nederland hun familie direct financieel te steunen. Waarom zou je niet onder de radar opereren?’
Ook schrijver Désanne van Brederode, lid van het Syrië Comité, spreekt zich fel uit tegen samenwerking met Gopa. Op 19 september stond een opiniestuk van haar in deze krant. Gopa-directeur Alexi Chehadeh stelde volgens haar dat Assad de regio Oost-Goutha had ‘bevrijd’ van de oppositiegroepen die zich voor democratisering inzetten. Gopa steunt het regime en zwijgt over onrecht, stelt Van Brederode.
De keuze van de Wereldraad en Kerk in Actie is dus omstreden. De belangrijkste vraag: hoe ga je bij hulpverlening om met onderdrukking en wreedheid door Assads regime?
Voedsel in ruil voor loyaliteit, dat is volgens Ali Aljasem hoe hulpverlening onder Assad werkt. De Syriër werkt aan het Centre for Conflict Studies van de Universiteit Utrecht en werkte in het verleden bij diverse hulporganisaties. Zelfs de noodhulp aan de Syrische bevolking is volgens hem ‘gepolitiseerd’.
gebombardeerd
Mohammad Kanfash, een Syriër die in Nederland woont, werkte in het verleden in onder andere Syrië voor de VN-vluchtelingenorganisatie. Medewerkers van de door hem opgerichte hulporganisatie Damaan hebben het geweld van Assad aan den lijve ondervonden. ‘We zijn herhaaldelijk gebombardeerd en hebben daardoor een collega verloren, die in een ziekenhuis werkte.’
Kanfash is sceptisch over de rol van de Grieks-Orthodoxe Kerk en haar hulporganisatie. ‘Het is een feit dat je pro-Assad moet zijn om hun hulp te ontvangen. Ze zullen nooit helpen in gebieden buiten Assads invloed.’
Kanfash is ook kritisch over Gopa-directeur Alexi Chehadeh: ‘Alexi noemde de rebellen en hun families in Oost-Ghouta allemaal leden van terreurbeweging al-Nusra.’ De kerken gaan zo mee met het regime, dat zijn tegenstanders ten onrechte framet als terroristen.
De christelijke gemeenschap in Syrië lijdt zwaar. Een in september verschenen rapport van het Syrisch Netwerk voor Mensenrechten laat zien dat Assad voor christenen de belangrijkste vijand is. Er zijn 124 kerken verwoest tijdens de burgeroorlog en het regime nam daarvan 61 procent voor zijn rekening.
Tegelijk blijven de kerken loyaal aan Assad, vooral uit lijfsbehoud. De patriarchen van de drie grootste Syrische kerken – onder wie de Grieks-orthodoxe leider Johannes X – riepen enkele jaren geleden al op om de sancties tegen het regime te verlichten. De kerken gaan mee in het jargon dat alle tegenstanders van Assad aanduidt als ‘terroristen’.
In 2018, na een aanval van onder andere de VS op het regime van Assad, publiceerden de drie patriarchen een veroordeling. ‘We prijzen de moed, het heldendom en de offers van het Syrisch-Arabische leger. We vertrouwen erop dat het leger niet zal buigen voor externe of interne terroristische agressie. Ze zullen dapper blijven vechten tot elke centimeter van Syrië is gezuiverd van terrorisme.’ Deze verklaring laat zien dat de kerken sterk gepolitiseerd zijn, loyaal aan een regime dat alle oppositie bruut onderdrukt.
In het noordoosten van Syrië is er een – nu door Turkije bedreigde – autonome regio. Hier regeert een coalitie van Koerden, christelijke Suryoye en Arabieren. Koerdische bewegingen leggen vaak hun wil op aan de rest, maar christenen zijn hier onmiskenbaar veel vrijer dan in door Assad gedomineerd gebied.
Mushe Mutlu is secretaris van Syriac Cross, een christelijke organisatie die in Noordoost-Syrië actief is. In het verleden was ze ook in Homs actief, een stad die door het regime gecontroleerd wordt. Mutlu benadrukt dat het regime van Assad ook in het in zekere zin autonome noordoosten al die jaren zijn invloed heeft gehouden.
Yilmaz Ergun, voorzitter van de christelijke European Syriac Union (ESU) Nederland, denkt dat juist christenen in Syrië democratisering kunnen stimuleren. ‘Het regime heeft weinig macht meer’, stelt hij. ‘Rusland en de VS bepalen wat er gebeurt. Zonder Rusland heeft Assad geen leger meer.’
Assad schoot deze maand, door Rusland gesteund, het zelfbestuur in het noordoosten te hulp in de strijd tegen de invasie van Turkije. ‘Het regime van Assad helpt alleen militair’, zegt Mutlu. ‘Politiek blijft het zelfbestuur overeind.’ Erdogan was volgens hem een groter gevaar. ‘Hij roept wel dat hij christenen wil ontzien, maar bombardeert juist gebieden waar zij wonen, zoals Qamishli.’
vergroeid
Door de jaren heen heeft het zelfbestuur in het noordoosten deals gesloten met het Syrische regime, vertellen Mutlu en Ergun. De komst van Assads leger om Turkije te verdrijven is de meest recente van die deals.
Mutlu: ‘Assad heeft in het noordoosten altijd vliegvelden gehouden, hij heeft er een militaire basis en regeringsgebouwen.’ Mutlu en Ergun zijn er echter van overtuigd dat Assad, ook al is hij nog president, nooit meer de macht zal krijgen die hij voor de burgeroorlog had.
In gebieden waar Assad nog heerst, zijn de kerken met het regime vergroeid. Ergun: ‘De kerken en het regime hebben heel goede banden. Altijd gehad. Ook mijn eigen kerk heeft die banden, om zich te beschermen.’ In omringende landen is het volgens hem niet anders. ‘Christenen zijn in het Midden-Oosten al eeuwen niet vrij.’
Mutlu legt uit waarom het Syrische kerken lukt hulp te bieden in Syrië. ‘Zolang we ons “christenen” noemen en niet politiek worden, kunnen we onze gang gaan. De leiders van de kerken roepen soms dingen die ze moeten zeggen van het regime. Ze zeggen die dingen omdat het moet.’
Voor organisaties is het moeilijk hulp te bieden in door het regime gecontroleerde gebieden, als zij bekendstaan als sympathisanten van de oppositie. ‘Ik werkte in 2013, nog voordat ISIS opkwam, voor Artsen zonder Grenzen. Zij hebben altijd geprobeerd ook in Assads gebied te werken’, vertelt Aljasem. ‘Het regime eiste dat we ons zouden terugtrekken uit regio’s die door de oppositie gecontroleerd worden.’
Hulpverlening in gebieden die door Assad beheerst worden, is eigenlijk niet mogelijk, meent Johannes de Jong. Hij is actief voor de christelijke politieke denktank Sallux en houdt zich al jaren bezig met het Syrische conflict.
Er is volgens De Jong ook een alternatief: ‘Investeer in de samenleving, de civil society die of vrij is of daaraan werkt. Investeer niet in gebieden waar vrijheid onmogelijk is en mogelijke partners niet naar vrijheid streven.’
Aljasem heeft daarvoor een concrete suggestie. ‘Je kunt alle Syriërs helpen door scholen en ziekenhuizen te herbouwen en mensen op te leiden. Dat brengt burgers weer samen. Door negen jaar strijd en haatzaaien is er een grote kloof ontstaan. Mensen moeten getraind worden om weer samen te leven.’
Is het beter om hulpverlening te concentreren op het noordoosten, om zo Assads regime niet onbedoeld te versterken? ‘Gezien recente ontwikkelingen is hulp aan die regio een heel goed idee’, stelt Aljasem. ‘Maar als geografie of ideologie bepalend is bij je beslissing, denk je niet wezenlijk anders dan het regime. De noden van de mensen zelf moeten altijd vooropstaan.’ <
‘Kerk in Actie is solidair met alle slachtoffers van de oorlog in Syrië. In regeringsgebied en in Noordoost-Syrië. Via onze partners kunnen we hen helpen door huizen, scholen en ziekenhuizen te herstellen.
Kerk in Actie steunt via meerdere kerken en kerkelijke organisaties hulp aan miljoenen mensen in nood. Kerken zijn ter plekke aanwezig (soms al sinds Paulus zijn zendingsreizen maakte) en verlenen hulp aan wie dat nodig heeft, wie er ook aan het bewind is.
Die rol wordt breed (nationaal en internationaal) erkend en ondersteund. En is onderworpen aan alle instrumenten die in de ontwikkelingswereld gangbaar zijn om hulp te monitoren.
We zijn dankbaar dat de gulle steun van kerken en donateurs de afgelopen weken deze hulp onverminderd mogelijk maakt.’