Werken aan verzoening in Nigeria

Leuven
Een stuk grond met een paar bomen, langs een stoffige weg. Dat is de Vredestuin in Jos, een Nigeriaanse stad die vooral in het nieuws komt als er geweld is tussen christenen en moslims. De tuin is een initiatief van het Interfaith Mediation Center, als tastbaar bewijs van verzoening tussen moslims en christenen.
De oprichters van dit centrum zijn op bezoek in Nederland: voorganger James Wuye en imam Muhammad Ashafa. Al meer dan twintig jaar zijn ze vrienden, maar ze begonnen als leiders van milities die elkaar naar het leven stonden. Bij een confrontatie in de staat Kaduna, waar ze beiden vandaan komen, verloor Wuye zijn rechterhand (hij heeft nu een prothese) en werden twee neven van Ashafa gedood.
Christenen en moslims moeten met elkaar in gesprek gaan, vinden de twee. Hun centrum hielp op diverse plekken verzoening te brengen en heeft intussen tienduizend medewerkers die interreligieuze trainingen geven op scholen, aan politici, vrouwen en religieuze leiders.
Vanavond vertellen Wuye en Ashafa bij de Universiteit van Amsterdam hun verhaal. Dinsdag en woensdag waren ze in België, als gasten van de katholieke Gemeenschap van Sant’Egidio.
Hoe kwam u er ooit bij om bij milities te gaan en de weg van geweld te kiezen?
Wuye: ‘De oorsprong daarvan ligt in de koloniale tijd. Groot-Brittannië bestuurde in Nigeria via een islamitisch kalifaat. Het belastingsysteem was onrechtvaardig, zoals je dat ook in de Bijbel ziet. De westerse inmenging zorgde voor spanningen tussen christenen en moslims. Wij hebben die strijd geërfd van onze ouders, die ons negatieve verhalen vertelden. Politici gebruikten die haat om steun te verwerven.’
Ashafa: ‘We leerden te haten in plaats van lief te hebben. We richtten ons op wat goed is voor ons, niet op wat goed is voor allen. Door economische en politieke problemen zijn sommige mensen in de islam naar alternatieven voor de democratische staat gaan zoeken. Ze pleiten voor islamisering en christenen willen juist evangeliseren. Jongeren pakten wapens op om hun gemeenschap te verdedigen. James en ik hebben persoonlijk grote verliezen geleden.’
U ontmoette elkaar in 1995. Wat is er veranderd in uw denken, waardoor u vrienden kon worden?
Wuye: ‘Dat had veel tijd nodig. Onze pijn moest genezen. We waren wantrouwig naar elkaar. Muhammad nam de eerste stap en later kwam hij op bezoek in mijn kantoor. Hij was al genezen, maar ik had nog steeds pijn. Het kostte me drie jaar, om dat te verwerken.’
Ashafa: ‘De motivatie voor verzoening ligt in onze eigen religies. Ik had dat als moslim alleen nooit geleerd – tot een imam tegen me zei: zoek je ergste vijand en maak hem tot vriend, dán leef je volgens de geest van de islam. Dat staat ook in de Koran: “Het goede is niet gelijk aan het slechte. Vergeld dat met iets dat beter is. En zie, dan zal degene met wie u in vijandschap verkeerde, als een naaste vriend zijn.”’
Hoe uniek is uw interreligieuze organisatie in Nigeria?
Ashafa: ‘Toen we begonnen met het Interfaith Mediation Center was er geen andere interreligieuze organisatie. Het was controversieel. Mensen waren argwanend en verweten ons dat we een “chrislam” verkondigden.’
Wuye: ‘Als christenen moslims proberen te overtuigen christen te worden en andersom, is aan het eind niemand overtuigd. Ons doel is mensen te leren de ander te accepteren. We delen onze menselijkheid en hebben gedeelde belangen. Het was moeilijk. Er waren mensen die me vroegen of ik nog christen was. Uit islamitische hoek kwam er een fatwa tegen Muhammad. Maar anderen zeiden: nee, wat hij doet, is in lijn met de islam.’
Wat heeft het Interfaith Mediation Center tot nu toe bereikt?
Ashafa: ‘We trainen jongeren en zijn bezig met directe bemiddeling in conflicten. In 2005 bijvoorbeeld vond er in de deelstaat Plateau een slachting plaats. Duizenden mensen, christenen en moslims, kwamen om. De noodtoestand werd uitgeroepen. De overheid nodigde ons uit om een interventie te doen. Uiteindelijk ondertekenden de partijen daar een vredesverklaring en sindsdien is er vrede. In die staat is nu een jaarlijkse Dag van Vergeving ingesteld. Families, gemeenschappen, steden komen dan bij elkaar om te praten over wat ze moeten rechtzetten. In de hoofdstad Jos is er een Vredestuin. In 2000, in de nasleep van de “shariacrisis” in Nigeria, onderhandelden we met religieuze leiders. Dat bracht jarenlang vrede. Tegenwoordig zijn er op veel scholen interreligieuze vredesclubs die wij hebben opgericht. De islamitische sultan en katholieke kardinaal nemen op het hoogste niveau deel aan vredesgesprekken. En we zijn elders in Afrika actief. In Kenia hebben we bemiddeld in een etnisch conflict rondom verkiezingen, waarin religie geen rol speelde.’
In Nigeria zijn er veel en complexe conflicten. Welke rol speelt religie hierbij?
Wuye: ‘Religie is niet het probleem. Soms wordt religie gepolitiseerd, dat is het probleem. Je ziet in Nigeria overal kerken en moskeeën. Maar niet iedereen is heel religieus – sommige mensen roepen gewoon ‘God, God’, om het gebruik van geweld te legitimeren. Klimaatverandering speelt ook mee en zorgt voor spanningen tussen boeren. Als die groepen verschillende religies hebben, zeggen ze: christenen en moslims vechten met elkaar. Er zijn slechte religieuze leiders, die hun volgelingen niet de waarheid vertellen en aanmoedigen tot geweld. En er zijn mensen die gewoon weinig weten over hun geloof en zich laten verleiden om geweld te gebruiken.
Wij geloven dat religie je op het goede pad kan brengen, maar dat het ook gebruikt kan worden voor persoonlijke belangen. Als je vanwege je religie stopt met geweld, met vechten, is je geloof goed.’
Ashafa: ‘We hebben nu democratie. Er zijn goede politici, maar ook slechte en “lelijke” politici. Er zijn goede advocaten, maar ook lelijke. We hebben hebzuchtige zakenmensen, die economische instrumenten manipuleren voor hun eigen belang. Het probleem is dat veel jonge mensen zijn misleid en gebruikt door die politici en andere lelijke mensen.’
Het meest bekende voorbeeld van die ‘lelijkheid’ is terreurbeweging Boko Haram, die zich beroept op de islam. President Buhari stuurde het leger op hen af. Is ook daar interreligieuze dialoog de weg naar vrede?
Wuye: ‘Onder de juiste omstandigheden kan dat. Er moet een dialoog komen binnen de religie zelf, maar ook een dialoog tussen islam en christendom. Het kwaad van Boko Haram is christenen én moslims aangedaan. Er is een gedeelde pijn, angst en uitdaging.’
Ashafa: ‘Boko Haram is een puur politieke organisatie. Ze stelen mijn islamitische identiteit om wandaden te plegen. Met alleen wapens en munitie kun je dit niet overwinnen. De islam is een cultuur van respect en goede wil. Boko Haram kan alleen overwonnen worden door religieuze initiatieven. Als God het wil, zal de Afrikaanse Unie ons steun geven. We hopen ook op steun vanuit Nederland, België en Europa, om vrede te brengen in Nigeria. Een duurzame oplossing ligt in deprogrammeren en herprogrammeren van onze jeugd. Zodat ze afstand nemen van radicale, terroristische groepen.’ <