Een jeugdige hervormde dominee dacht de kerk te kunnen zuiveren van de moderne theologen

In zijn memoires Mijn werk, mijn leven wijdt de gereformeerde geschiedschrijver Hendrik Algra (1896-1982) enkele zinnen aan zijn overgrootmoeder. Zij had levendige herinneringen aan de tijd van de Afscheiding van 1834. De afgescheiden dominee van Oudega, bij Drachten, kwam zaterdags te voet naar haar boerderij, bracht er de nacht door om de volgende ochtend in Oenkerk te kunnen preken. Twee van haar zoons liepen aan weerskanten van de dominee, ieder met een eiken knuppel, om belagers af te weren. Het was de tijd waarin de afgescheidenen en hun dominees werden vervolgd.




