Promovendus: zee ook thuis van de mens
Hoe bent u tot uw onderwerpskeuze gekomen?
‘Ik ben al eerder in Kalimantan, Indonesië, geweest voor onderzoek naar natuurbescherming in het kustgebied. Juist in zeegebieden is dat vaak moeilijk: mensen hebben niet alleen andere belangen, maar ook andere ideeën over hoe ze met de zee om dienen te gaan. Ik besefte dat ik terug moest komen en mee de zee op moest om deze complexiteit te begrijpen.’
Welke vraag wilde u met dit onderzoek beantwoorden?
‘Vooraf wilde ik weten hoe mensen op zee en in kustgebieden zich verhouden tot de zee, en hoe dat hun houding ten opzichte van natuurbescherming bepaalt. Onder de lokale bevolking en natuurbeschermers is een grote diversiteit aan visies op de werkelijkheid. Ik wilde die diversiteit in kaart brengen.’
Waar hebt u uw studie uitgevoerd en wat bepaalde de sfeer op die plek?
‘Achttien maanden was ik in Indonesië en ging ik mee met natuurbeschermers, handelaren in bedreigde diersoorten, zeevaarders en vissers die hun buit met dynamiet of gif vangen. Het scheelde dat ik al op Kalimantan had gewoond. Het netwerk van mijn gastgezin maakte het makkelijker om met allerlei mensen contact te krijgen. Terug in Wageningen werkte ik bij de onderzoeksgroep ‘sociologie van ontwikkeling en verandering’. Een hele overgang: in Indonesië speelt het leven zich buiten af, ben je altijd onder de mensen; hier is het bestaan wat eenzamer – maar je hebt wel meer privacy.’
Wat was het mooiste en vervelendste moment tijdens deze promotiestudie?
‘Toen ik eens op een boot stapte om drie dagen op zee te zijn, ervoer ik zelf dat de zee niet slechts een watervlakte is, maar echt een dynamische ruimte waar je kunt wonen, met een eindeloze variatie aan kleuren, geuren, golven en dieren. Heel mooi. Moeilijk was het te zien onder wat voor omstandigheden sommige mensen moeten leven, zonder daar iets aan te kunnen doen. Met name ‘bomvissers’ hebben vaak een rotleven; ze doen gevaarlijk werk, en veel van hen zijn verslaafd aan drugs.’
Wat is de belangrijkste conclusie van uw onderzoek?
De westerse wetenschap gaat vaak uit van ‘landdenken’ waarbij de zee een wildernis is waar de mens niet thuishoort. De mens hoort wel degelijk thuis op de zee. Natuurbeschermers willen weten hoe ze vissers kunnen laten meedoen aan beschermingsprogramma’s. Maar dat werkt vaak niet vanwege aannames over wat de zee is. Zo zien bomvissers koraal net als natuurbeschermers: plekken vol leven en dynamiek. Maar ze zien het óók als een plek waar veel zeegeesten wonen. Die kunnen vriendelijk zijn of gevaarlijk, daarom moet de relatie worden onderhouden door te offeren en giften aan te nemen. Natuurbeschermers zeggen: sluit een stuk koraal af. Maar voor de vissers kan daardoor de relatie met de geesten niet worden onderhouden. Zo blijf je een conflict houden.’
Wat heeft de samenleving eraan?
‘De oplossing is niet: laat mensen maar participeren in de westerse modellen voor natuurbescherming. We moeten juist kritisch zijn op die modellen, openstaan voor andere ideeën en in dialoog gaan. Pas dan is er een effectieve samenwerking met lokale gemeenschappen.’
Welke levensles hebt u tijdens uw promotiestudie opgedaan?
‘Van nature ben ik vrij introvert en sensitief. Ik zag dat als een obstakel voor de wetenschap: je moet immers jezelf verkopen. Maar ik heb geleerd dat mijn capaciteit om echt te luisteren en open te staan voor andere ideeën juist een kracht is.’ ?
wie Annet Pauwelussen (35)
wanneer en waar woensdag 5 april om 13.30 uur, aula Wageningen Universiteit
titel proefschrift Amphibious anthropology: engaging with maritime worlds in Indonesia
vakgebied antropologie en ontwikkelingssociologie
na de promotie ... ‘blijf ik werken als docent culturele antropologie en ontwikkelingssociologie aan de Universiteit Leiden.’