Meesters in de muziek: Gottfried August Homilius (1714-1785)
De eeuwen door hebben componisten de mooiste muziek gemaakt. Wie waren zij, wanneer leefden ze en wat onderscheidt hen van de middelmaat? Vandaag: Gottfried August Homilius

Soms gaan historische gebeurtenissen en herwaardering van het werk van een componist hand in hand. Dat is het geval bij Gottfried August Homilius uit Dresden. Een bombardement door de geallieerden verwoestte in 1945 de Evangelisch-Lutherse Frauenkirche in Dresden. Gedurende de tijd van de DDR bleef de ruïne staan als herinnering aan de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Na de Wende begon men in 1994 met de wederopbouw en in 2005 werd de kerk feestelijk heropend. Homilius was de eerste organist van deze in 1743 opgeleverde barokke kerk. Zijn hoofdzakelijk kerkmuzikale werk was in de vergetelheid geraakt. Maar met de wederopbouw nam de belangstelling weer toe. Koren begonnen zijn werk weer uit te voeren en zijn bladmuziek werd weer uitgegeven door Carus-Verlag. Ook verschenen met regelmaat opnamen op cd van zijn werk.
Homilius werd in een pastorie geboren. Zijn vader was luthers predikant. Hij kreeg de kerkmuziek en de bijbehorende liturgische praktijk dus met de paplepel ingegoten. Als student in Leipzig studeerde hij orgel bij Johann Sebastian Bach. Diens invloed is uiteraard te merken, met name in zijn (vroege) orgelwerken. Toen hij organist werd van de Frauenkirche ontwikkelden zich ook meer en meer zijn liturgische werken, helemaal toen hij vanaf 1755 de muziekdirecteur werd van de drie belangrijkste Dresdener kerken, en zeker als cantor van de belangrijkste kerk, de Kreuzkirche. Hij bleef daar werkzaam tot zijn dood in 1785.
Het werk van Homilius is gestempeld door de lutherse liturgische praktijk. Die bestond daaruit, dat men het jaar door werkte met vaste teksten en roosters voor bijbellezingen en bijpassende liederen. Ze werden in de achttiende eeuw uitgegeven als een soort catechismi of postillen om uit te preken en te volgen. Dat kon de plaatselijke dominee zijn, of ook een daartoe aangestelde specialist.
De achttiende eeuw kende een bloeitijd aan bijpassende kerkmuziek. In tegenstelling tot wat wordt gedacht hield het na Bach niet op met goede kerkmuziek. Er brak geen periode van neergang en verval op, eerder een tijd van bloei en uitbouw van het materiaal. Van Homilius zelf lijkt niet zoveel bewaard te zijn; hij bekommerde zich niet zozeer om zijn naam, hij vond het prima als er werd gekopieerd en overgenomen. Zo verschenen werken van hem via zijn leerlingen, waaronder Johann Adam Hiller en Gottlieb Türk. Dat er sprake van bloei was, blijkt wel uit het feit dat zijn werk breed verspreid werd in protestants Duitstalig gebied, van de Baltische staten tot in Zwitserland, Oostenrijk en in Transsylvanië (Roemenië) toe.
Zijn overgeleverde werken bestaan uit meer dan 160 cantates, 60 motetten en minstens 9 orataria. Die sluiten aan bij het kerkelijk jaar en de lutherse praktijk. Vooral de motetten zijn opvallend, zoals Habe deine Lust an dem Herrn (Psalm 37: 4,5) Het zijn korte bijbelteksten of lichte parafrasen daarvan op muziek. Ze vereisen meestal geen instrumentale begeleiding, wel enig zangniveau. Maar ze konden goed worden gebruikt in kerken waar geen professionele ondersteuning was, het is echte gebruiksmuziek. Ze werden ingezet aan het begin van de kerkdienst en zetten inhoudelijk het thema van de dienst neer. De gemeente werd meteen op het bijbelse been gezet via deze korte motetten. Deze motetten verschenen vanwege hun gebruikskarakter helaas weinig in druk. De toon is vaak op het vrolijke af, zonder gebruik te maken van al te veel meerstemmige uitwijdingen op onderdelen.
Homilius wordt wel gezien als een typische representant van de zogenoemde empfindsamer stijl, de gevoelige stijl gericht op affect en emotie, die zich in Duitsland in de achttiende eeuw ontwikkelde na Bach en vóór de Sturm und Drang-periode en de Romantiek waarin het expressieve de overhand kreeg met bombastische effecten en grote contrasten. Bij Homilius hoor je de eerste affecten door bijvoorbeeld onderbrekingen, registerwisselingen en zucht-effecten. Hoorbaar in bijvoorbeeld de passie cantate Ein Lämmlein geht und tragt die Schuld. Zijn Markuspassion, wellicht zijn origineelste werk, blinkt erin uit. <
Luister naar de alt-aria Umgürtet mit Gerechtigkeit uit de cantate Ein Lämmlein geht und trägt die Schuld (nd.nl/homilius-1).
Opvallend is ook zijn cantate Habe deine Lust an dem Herrn. Bekijk een filmpje over de totstandkoming van een cd van dit werk (nd.nl/homilius-2).
Luister naar fragmenten van Homilius’ Markuspassion (nd.nl/homilius-3)
Geboren op 2 februari 1714 in het Saksische Rosenthal in een luthers predikantsgezin. Studie in Dresden en Leipzig (rechten) en sinds 1742 organist van de (toen gloednieuwe) Frauenkirche in Dresden. In 1755 benoemd als cantor van de Kreuzkirche in die stad. Hij stierf op 2 juni 1785.