Op1: van tien koppen naar één smoel
Hilversum
Paniekvoetbal, zo typeren betrokkenen volgens de Volkskrant de keuze van de NPO voor de opvolging van de talkshow Jinek. Vijf elkaar dagelijks afwisselende presentatieduo’s vullen het gat dat ontstond nadat de populaire Eva Jinek in september aankondigde over te stappen naar RTL. Ook collega Jeroen Pauw stopte met zijn praatprogramma bij de publieke zender. Er was relatief korte tijd voor het vinden van vervanging, en meerdere benaderde kandidaten zouden hebben bedankt voor de eer. Maar dat het ook vanuit paniekvoetbal prima mogelijk is te scoren, bewijst Op1. In de eerste week haalden alle uitzendingen tussen de 835.000 en 1.092.000 kijkers.
Die kijkcijfers worden steevast naast die van Jineks doorstart bij RTL gelegd. Er is al aan de onderlinge concurrentie gerefereerd als de ‘talkshowoorlog’. Tegen de verwachting in trok Op1 tijdens de eerste vier uitzendingen meer kijkers dan Jinek, al waren de verschillen klein.
achter de schermen
Het ‘NPO1-effect’ en uitzendtijdstip, direct na de avondprogrammering, dragen bij aan de succesvolle start van Op1, denkt mediadeskundige Ron Vergouwen. ‘Het publiek was al gewend rond deze tijd naar deze zender te kijken.’ De invulling en vormgeving van het nieuwe praatprogramma doen hem sterk denken aan die van voorganger PAUW. ‘Deze manier van talkshow maken staat als een huis, ook zonder Jeroen Pauw.’
Dat het programma lijkt op het vorige is geen toeval. Een deel van de redactie van PAUW werkt nu voor Op1.
Harco Ploegman, mediaredacteur bij het Nederlands Dagblad: ‘Ondanks de zenuwen voor de eerste uitzendingen waren de presentatoren goed ingevoerd en zaten er aansprekende gasten in de studio. Aan alles is te merken dat achter de schermen een ervaren redactie werkt.’
lachwekkende filmpjes
Het unieke aan Op1 is de voortdurende wisseling van presentatoren. Vergouwen: ‘Het radioprogramma Met het Oog op Morgen hanteert hetzelfde concept, maar op televisie is het toch anders. Ik ben ervan overtuigd dat kijkers behoefte hebben aan herkenbaarheid, ze moeten een band kunnen opbouwen met een presentator.’
De presenterende Op1-koppels worden geleverd door vijf omroepen: BNNVARA, EO, Omroep MAX, WNL en BNNVARA. Ploegman ziet niet alleen nadelen in die grote variëteit. ‘De verschillende invalshoeken zijn typisch publieke omroep. Positief is dat het bij dit concept minder om de persoon gaat, en meer om de inhoud. Misschien maakt het helemaal niet zoveel uit wie er presenteert − dat is interessant. Tegelijkertijd ga je als kijker automatisch persoonlijkheden vergelijken; dat leidt juist af van de inhoud.’
Vergouwen benadrukt dat bepaalde kwaliteiten noodzakelijk zijn voor de gespreksleiders. ‘Je moet een goed gesprek kunnen leiden, verstand hebben van waar je over spreekt …’ Negen van de tien huidige presentatoren kunnen dat uitstekend, oordeelt Vergouwen. ‘Giovanca Ostiana heeft nog tijd nodig om te groeien. Haar presentatatiepartner Tijs van de Brink is een fantastische interviewer, hij trekt haar wel mee. Maar Op1 is een te prominent programma om als leerschool te dienen, en je maakt er zo weinig vlieguren.’
Beide mediakenners pleiten ervoor de rubriek met lachwekkende filmpjes achterwege te laten. Vergouwen: ‘Zo’n beetje elke talkshow speelt die af, terwijl mensen ze overdag toch al via hun telefoon hebben gezien.’ Ploegman: ‘Bedenk liever een rubriekje dat een twist geeft aan de actualiteit, zodat het programma meer smoel krijgt.’ <