Muziek draaien op het werk, in de horeca of in de sportschool is niet zomaar toegestaan
Muziekrechtenorganisatie Buma/Stemra moet optreden tegen bedrijven die middels een goedkoop Spotify-abonnement zakelijke licentiekosten proberen te omzeilen, oordeelde de rechter vorige week.

Muziek draaien op het werk, in de horeca of in de sportschool is niet zomaar toegestaan. Omdat veel mensen meeluisteren, hebben componisten, tekstschrijvers en muziekuitgevers recht op een vergoeding. Dat is zo geregeld: bedrijven vragen een licentie aan bij brancheorganisatie Associated Business Music Distributors (ABMD), de ‘bedrijven-Spotify’. ABMD draagt een deel daarvan af aan Buma/Stemra, die ook licenties verkoopt aan Spotify. Die zijn goedkoper, want Spotify is alleen voor particulieren bedoeld. Elk abonnement bereikt daarom minder mensen dan een abonnement van, bijvoorbeeld, een sportschool.
Dat verschil in prijs gaat al snel in de papieren lopen. Betaalt een particulier 10 euro per maand aan Spotify, een restauranthouder legt zo’n 150 euro per maand neer voor achtergrondmuziek op een oppervlakte van zo’n 100 vierkante meter.
En wanneer je als bedrijf toch niet gecontroleerd wordt, is de keuze voor een goedkoper alternatief snel gemaakt. Inmiddels is zo’n 30 tot 40 procent van de café-eigenaars naar Spotify overgestapt, stelt Arnout Groen, advocaat van ABMD. Daardoor liep de brancheorganisatie steeds meer inkomsten mis. Zij spanden een rechtszaak aan tegen muziekrechtenorganisatie Buma/Stemra. ABMD wil eenzelfde inkoopsprijs als Spotify, of Buma/Stemra dwingen om bedrijven te controleren op Spotify-gebruik. De rechter velde vorige week het vonnis: Buma/Stemra moet handhaven op de door hen gestelde voorwaarden dat bedrijven alleen middels een zakelijke licentie muziek ten gehore mogen brengen. Een woordvoerder van Buma/Stemra wil nog niet reageren op de uitspraak: ‘We hebben wat tijd nodig om op een rijtje te zetten wat de gevolgen ervan zijn.’ ◀