In beeld: Wat leert het leven je in 99 jaar?

Toen Theo van Duin honderd werd, kreeg hij duizend kaarten. Een jaar later, op zijn 101e verjaardag, waren het er nog maar twintig. ‘Als je je eeuwfeest beleeft, ben je opeens even interessant’, constateert fotografe Anki Leene. ‘Je komt in de krant, de burgemeester legt een bezoek af …’ Tegen de stroom van die vanzelfsprekende aandacht in koos zij er juist voor 99-jarigen op te zoeken. Ze was benieuwd hoe hun leven eruitziet, hoe levenslustig ze nog zijn. Behoorlijk, lijkt het antwoord op die laatste vraag. ‘Iedereen die ik sprak, had zoiets van: kom maar op met de dag van morgen.’
Lang zal ik leven bevat de portretten van 66 ouderen in woord en beeld. Aanvankelijk was Leene van plan 99 99-jarigen te fotograferen. Maar het project bleek tijdrovender dan verwacht, zeker in combinatie met haar politiewerk en gezin. Ze lag er weleens wakker van. ‘Dan dacht ik: als ik in dit tempo doorga, is er van de eerste groep geportretteerden niemand meer die dit onder ogen krijgt. Terwijl ze het zo leuk vinden met generatiegenoten in een boek te komen. Ik wilde me niet schuldig voelen, wilde dat het maakproces respectvol en integer zou gaan, ook richting de familieleden van de ouderen.’ Op aanraden van een vriendin besloot Leene daarom letterlijk óm te denken en haar doel bij te stellen: 66 op z’n kop is ook 99.
geen angst
Dat het boek ooit een vervolg krijgt zodat het totaal aantal geportretteerden toch uitkomt op 99, sluit de samensteller niet uit. Ze mist de ontmoetingen, die gemiddeld zo’n drie uur duurden. ‘Ze zijn me zo dierbaar. De galante ontvangst, het tevreden terugkijken op hun leven, helemaal in het moment zijn … Deze mensen zouden veel meer aandacht moeten krijgen; ze hebben echt wat te melden. En vaardigheden, daar kan ik een puntje aan zuigen! Pianospelen uit het hoofd en declameren, maar met name hun – modewoord – soft skills: ze staan op een heel prettige manier in verbinding met anderen. Altruïstisch. Alleen al met hen in dezelfde ruimte zijn, zet aan het denken. Ik kan dagen praten over deze generatie. Het was moeilijk de tekst te beperken tot maximaal anderhalve pagina per persoon.’ Omdat de politievrouw naar eigen zeggen een schrijfstijl heeft die vooral past bij processen-verbaal, riep ze de hulp in van tien collega-interviewers die beurtelings meegingen. Ook was bij elk gesprek een familielid van de geïnterviewde aanwezig. ‘O mam, dat wisten wij niet eens!’, hoorde Leene geregeld, na het oprakelen van een herinnering. ‘Niet iedereen heeft zo’n relatie met zijn ouder dat hij elke vraag kan stellen. Voor mij, als onbekende, was dat makkelijker.’ Tegelijkertijd waakte ze ervoor de ‘hoogjarigen’ (’bejaarden klinkt zo suf’) in verlegenheid te brengen. ‘Ik kwam niet als onderzoeksjournalist. Als het vroeg overlijden van een kind gevoelig ligt, ga ik er niet over doorzagen. Ik wil mensen het gevoel geven dat ze fijn over zichzelf kunnen praten.’
En dus blijft er ruimte voor mysterie in Lang zal ik leven. Bijvoorbeeld als Elisabeth van Dommelen-Lengkeek zegt: ‘Er is tien jaar geleden iets gebeurd, ik kan niet vertellen wat, maar vanaf die tijd heb ik nooit meer geoordeeld over een ander. Mijn hart staat wagenwijd open.’
Niet oordelen is een van de levenslessen die Leene bijblijft. Dat veel ouderen getuigen van Gods leiding en de kracht die Hij geeft, heeft de katholieke fotografe gesterkt. ‘Ik ga niet naar de kerk, maar geloof van harte. Ook in leven na de dood.’ Net als een aanzienlijk deel van de mensen die ze sprak. ‘Kinderen die hun vader of moeder hoorden vertellen geen angst te hebben voor het sterven, mailden me achteraf om te delen hoe troostrijk ze dat vinden.’
hét geheim
De geïnterviewden geven uiteenlopende verklaringen voor het bereiken van hun hoge leeftijd: op tijd eten, niet trouwen, goede genen, niet roken en geen sterke drank, vertrouwen op God, weinig water drinken, plezier hebben, kleine porties eten, een vol, bewogen leven leiden, beslissingen durven nemen die je levensloop kunnen veranderen.
Hoewel Leene zich realiseert dat ze een selecte groep 99-jarigen ontmoette – mensen die nog helder van geest zijn en zin hadden mee te doen met het project – denkt ze dankzij hen een goed beeld van de generatie te hebben gekregen. ‘In Nederland zijn nog ongeveer tweeduizend mensen met deze leeftijd. Daarvan heb ik er 66 gesproken, dat is procentueel enorm veel.’ De veerkracht en positiviteit van alle ouderen vindt ze opvallend. ‘Ze aanvaarden dingen zoals ze komen en hebben geleerd ermee om te gaan. Misschien is dat wel hét geheim om oud te worden.’
Veelbewogen, noemt schrijver en oud-politicus Jan Terlouw (88) de levens van de geportretteerden in het voorwoord. Dat is niets te veel gezegd. Op het wereldtoneel speelde zich in bijna een eeuw van alles af: de Eerste en Tweede Wereldoorlog, de crisisjaren en uitvindingen van de koelkast tot de drone. Aangrijpender nog is wat op persoonlijk niveau voorviel.
Treffend voorbeeld is Willem Miog, die de voorpagina van deze Gulliver opluistert. Zijn moeder keek niet naar hem om, zijn gezondheid was altijd gebrekkig en drinken gaat alleen nog met een rietje. Toch kennen de medebewoners in het verzorgingshuis hem als vrolijke, dankbare man die – hoewel hij geen noot kan lezen – elke kerkdienst op het orgel begeleidt. Zijn boodschap voor de lezer? Je best doen en niet chagrijnen. ‘Neem het leven zoals het is en zorg goed voor anderen. Vooral voor je kinderen.’
Wie door Lang zal ik leven bladert – de gezichten vol verhalen ziet –, beseft: wie ouderen laat vereenzamen, doet niet alleen hun tekort. Leene beschrijft mensenlevens als een verzameling schatten. ‘Schatten die je alleen maar hoeft te zien om ze te vinden.’ <
Rie Fokker-Raven: ‘Doe maar gewoon’
Anki Leene
‘Binnenshuis loop ik zonder rond, naar buiten ga ik met de rollator.’ Tot vorig jaar liep Rie nog naar het dorp, nu neemt ze hiervoor af en toe de taxi. Drinken doet ze veel, maar alleen thee, nooit water of cola. ‘Dat drink ik alleen op mijn verjaardag, maar dan met rum.’ Iedere middag maakt ze een pannetje melk warm om met echte cacao chocolademelk te maken. Op dinsdag of woensdag brengt ze van het boodschappen doen altijd wat lekkers mee. Warm eet ze ’s avonds, om de andere dag. Na het avondeten gaat ze altijd nog lekker even een sigaretje roken.
Haar levensles: ‘Doe maar gewoon, op de tv zie je veel te veel van allerlei aparte en overdreven dingen.’ En ze vindt de huidige tijd zielig voor de jeugd. ‘Kinderen moeten zo veel. Vroeger was beslist niet beter, maar wel anders, men was vlugger blij en met minder tevreden.’ Ze vindt dat ze zelf opgegroeid is in een fijne tijd zonder stress. Spijt heeft ze eigenlijk nergens van, of het moet zijn dat er vroeger geen enkele seksuele voorlichting was. ‘Toen ik voor de eerste keer beviel, had ik zelfs nog nooit van weeën gehoord.’
Martien Hanenberg: ‘Over leeftijd heb je niks te zeggen’
Anki Leene
Martien Hanenberg oogt ontspannen en totaal op zijn gemak als wij hem spreken. Alsof we nooit iets anders gedaan hebben. Hij zit aan tafel met een flesje bier voor zich. ‘Zoals de wereld nu is, kan het niet blijven duren.’ Hij vertelt over zijn geloof, dat hij en zijn vrouw er zo veel steun aan hebben gehad, veel hebben gebeden. Nu zegt hij daarover: ‘Ik geloof nog wel in God, maar weet het niet meer zo zeker als vroeger. Er is ook veel misgegaan in de kerk, geloof me. Het geloof is kapot, en da’s jammer!’
We vragen hem of hij nog iets bijzonders heeft gedaan dat hij zo oud heeft mogen worden. ‘Nee, nee,’ zegt hij resoluut, ‘leeftijd wordt keurig uitgedeeld, daar heb je zelf niets over te zeggen!’ Om te vervolgen met: ‘Ik voel me een bevoorrecht mens. Een fijn leven met een geweldige vrouw. Wij hebben samen nog niet één uur ruzie gemaakt’, glundert hij.
To Moser-Linthuis: ‘Durf beslissingen te nemen’
Anki Leene
‘De rol van het geloof in mijn leven? Die probeer ik los te laten. Ik zie wel hoe het gaat. Soms twijfel ik nog wel eens. Ik geloof wel in een hiernamaals en ik zong vroeger elke avond een gebed voor de kinderen.’
Enkele belangrijke levenswaarden van To: ‘Rechtdoorzee zijn, beslissingen durven nemen en ‘ja’ zeggen als je ‘ja’ vindt. Probeer een eigen mening te vormen en loop niet mee met de grote hoop.’ Politieke voorbeelden heeft To ook, zoals Jan van der Ploeg, haar klasgenoot op de hbs, later locoburgemeester van Rotterdam, Piet de Jong en recenter voorbeeld Sharon Dijksma. ‘Zij is kordaat en doet daarbij ook nog wat ze zegt.
Respect heb ik ook voor inspirerende mensen, zoals Barack Obama, die voor elkaar heeft gekregen wat niemand is gelukt.’ Mensen in haar nabijheid kunnen To overigens eveneens inspireren, zoals een dame op de handwerkclub. ‘Die vrouw ziet ook de andere kant van mensen en heeft een grenzeloos optimisme. “Je moet niet zo zeuren”, zegt ze als iemand negatief is.’
Bep Beers-van Schie: ‘Neem het zoals het komt’
Anki Leene
‘Elke dag de krant en het journaal van tien uur.’ Zo blijft Bep bij de tijd. Daarnaast verslindt ze alle boeken die haar dochter uit de bibliotheek meebrengt. Op een stoel ligt een zachtgrijs breisel met vier breipennen. Bescheiden vertelt ze dat menig familielid of vriend zich warm houdt met een door haar gebreide shawl of sokken. Opvallend zijn de vele familieportretten die prijken aan de wanden van haar huiskamer. Ze kregen een dochter en twee zonen, van wie één zoon in 2014 is overleden. Een zware slag. Waar ze vrolijk van wordt? ‘Als ik mijn kinderen of kleinkinderen thuis heb. Alleen al dat ze er zijn, is zo fijn.’ Ze loopt heel voorzichtig, met haar stok of de rollator. ‘Een val kan betekenen dat de kinderen nog meer moeten gaan zorgen.’ Die gedachte maakt haar minder blij. Ze vervolgt: ‘Ik doe mijn best om de honderd te halen. Ik hoop hier dood te gaan - natuurlijk gaat dat gebeuren. Maar hoe het zal lopen weet ik ook niet.’
Uit alles spreekt haar zorg voor iedereen en alles om haar heen. Haar favoriete gezegdes zijn ‘Je neemt het zoals het komt’ en ‘Het was gewoon en gewoon was goed genoeg’.
Sophia Johnson: ‘Eerlijk zijn is heel belangrijk’
beeld Anki Leene
Oma Sophia, zoals ze liefkozend wordt genoemd door de mensen in haar omgeving, is een opvallende verschijning. Met haar helblauwe jurk en bijpassende hoed is haar voorkomen een lust voor het oog. Lief, prachtig en warm: zo ziet ze eruit. Sophia Johnson uit Amsterdam is een dankbare, tevreden, wijze vrouw en scherp van geest.
Je welkom voelen is wat Sophia betreft het mooiste wat er is. Het geloof speelt een grote rol in de familie. ‘Het biedt ons steun, troost en veiligheid. We hebben allemaal een Vader die ons in de goede richting wijst.’ Haar hoge leeftijd heeft Sophia volgens haar dan ook aan de Heer te danken. ‘Sommige mensen worden oud, zodat ze de kans krijgen om hun wijsheid door te geven. Dat is een beslissing van de Heer.’ Een van de wijsheden die Sophia graag wil doorgeven, is dat je eerlijk moet zijn. ‘Heel belangrijk in het leven.’
Er is voor iedereen een tijd van komen en gaan, van dansen, lachen en huilen. Sophia heeft vooral veel gedanst en gelachen.

