Ik sprong overeind, mijn hond ook
Maarten 't Hart heeft een hilarisch boek geschreven, Dienstreizen van een thuisblijver. De herinneringen van een schrijver op reis om lezingen te houden, boeken te signeren, met uitgevers te eten, op beurzen te staan, met vertalers te bakkeleien.

Natuurlijk past dit boek niet in de autobiografische reeks Privé Domein, waarin het natuurlijk wel verschijnt. Maarten 't Hart kan niet autobiografisch schrijven. Dat heeft hij in zijn vorige zogenaamde autobiografie Het roer kan nog zes maal om (1984) wel bewezen. Onbekommerd vult hij de werkelijkheid aan met zijn fantasieën. Maar dat weten we, dus daar houden we rekening mee.
Maassluis is ook in het nieuwe boek zeer aanwezig. Weer dwalen we met hem als Kafka door de Fenacoliuslaan. Ach, de tijden zijn veranderd. Het straatnaambord 'Zure Vischsteeg' is verdwenen en de nieuwe Maassluizers dragen hoofddoekjes.
Maarten 't Hart raakt verzeild in Leipzig, in Gotenburg en in erger. Men spant samen om hem af te houden van het volgende boek. Bij hem thuis in Warmond zit opeens een Duits echtpaar op zijn terras. Hij betaalt de tol van de roem.
Het nieuwe boek is entertainment. Hij is nu eenmaal een verhalenverteller. Hij gaat op tournee naar Engeland bij de verschijning van Bearers of Bad Tidings, de roman die in Nederland maar twee woorden nodig heeft: De aansprekers. Hij wil thuisblijven, maar hij moet naar Schiphol. 'Op een van die stoelen bij de Manchester gate zat al een grijsaard die mij beloerde van achter monsterachtige, vaalgroene brillenglazen.' Dan in Engeland de trein in. 'Alleen al de geur van die treinen! Alsof ze dertig jaar lang beschimmelde schapen vervoerd hadden.' Enzovoort.
Op reis met collega-schrijvers kan 't Hart venijnig worden. 'Peutertje Palmen liep naast Marcel Möring, sloeg opeens haar armpjes om zijn benen, en klom als een baviaantje in de auteur omhoog. Steeds dacht ik: kijk eens hoe behendig zij klautert, als ze zou schrijven zoals ze klimt, dan zou ze een niet onverdienstelijk auteur zijn.' Soms dient hij een speldenprik toe met de botte bijl. Over Vonne van der Meer: 'Doodjammer dat ze, net als haar eveneens getalenteerde echtgenoot, lid is geworden van de grootste en oudste misdadigersorganisatie op aarde.'
kaarsstompje
Na bladzijde 200 ongeveer wordt het boek herhaalderig en krijgen de verhalen geen goede afronding meer. Het juryschap van de AKO-prijs-1992 (met fraaie inside information, maar wat is het realiteitsgehalte?) gaat als een kaarsstompje uit. Het hoofdstuk 'De Middernachtroepers' is een uit boekjes en fantasie samengestelde pseudo-historie van de zevendedagsadventisten en een dubieuze afrekening met Marianne Thieme en Antoinette Hertsenberg. In 'Lucia' gaat het tegen het 'gebefte geboefte' dat ooit Lucia de B. veroordeelde wegens moord.
Wat zijn stijl betreft grossiert Maarten 't Hart in clichés, maar vreemd, dat is bij hem een ludiek handelsmerk. Zo'n stijf zinnetje 'Ik sprong overeind, en mijn hond eveneens' werkt op mijn lachspieren.
En dan is er aan het eind opeens het prachtige, 45 bladzijden lange, maar nooit vervelende verslag van zijn ziekenhuisopname, 'Beenbreuk'. Het is alsof daar een kind in bed ligt, verbaasd rondkijkend met blauwe ogen, ontwapenend. Vooral 't Harts discussies met een paar verplegers over voetbal (zij fanaten, hij weet van niks) zijn komisch.
Ik had in deze krant bij de bespreking van De verloving beloofd dat ik geen boek van Maarten 't Hart meer zou recenseren als hij niet weer beter zou gaan schrijven. Wel, Dienstreizen van een thuisblijver is een bij vlagen slordig, soms irritant, maar meestal heel onderhoudend boek over de avonturen van een ouwe jongen die boeken schrijft.
Dienstreizen van een thuisblijver
Maarten 't Hart. Uitg. De
Arbeiderspers, Amsterdam 2011.
320 blz. € 19,95