Hier gebeurde het: Moeders uit Middenmeer mogen weer naar school

De Wieringermeer, een polder in de kop van Noord-Holland, werd in 1930 drooggelegd en vervolgens in cultuur gebracht. In de polder verrezen boerderijen. Ook werden er dorpen gebouwd: de hoofdplaats Wieringerwerf, midden in de polder, en twee kleinere dorpen, Slootdorp en Middenmeer. Daar waren de winkels en de kerk, daar gingen de kinderen naar school.
In veel gezinnen in de Wieringerwerf verdiende vader het geld als landarbeider of middenstander en zorgde moeder voor de kinderen. Hun scholing hield niet over. Ze waren na de lagere school gaan werken, als boerenknecht of bakkersjongen, als dienstbode of winkelmeisje. Misschien hadden ze enkele jaren middelbare school gevolgd.
In de jaren zestig ging dat wringen. Het was inmiddels vanzelfsprekend dat kinderen naar de middelbare school gingen en een diploma haalden. Ze raakten beter geschoold dan hun ouders. In de jaren zestig liet ook het feminisme van zich spreken. Vrouwen moesten zich emanciperen en weer gaan leren. ‘De moeder van Marie kan meer’, schreef de bekende feministe Joke Kool-Smit.
De directeur van een middelbare school in Middenmeer, Anton Remmers van de Ariënsmavo, verstond de tijdgeest. Hij zag ook dat veel moeders in de Wieringermeer in een isolement verkeerden. Overdag, als de kinderen naar school waren, zaten ze thuis en verveelden ze zich. ’s Avonds waren ze bezig met koken en afruimen en het begeleiden van de kinderen. Aan het volgen van cursussen kwamen ze niet toe, want die werden ’s avonds gegeven. Sommige moeders voelden zich de mindere van hun kinderen. Remmers bedacht toen een plan: deze moeders zouden overdag, als de kinderen op school zaten, naar school toe moeten, enkele ochtenden per week.
Eerst werkte het ministerie van Onderwijs niet mee – waarom gingen de vrouwen niet naar de avondmavo in Alkmaar? –, maar Remmers zette door. ‘Ze denken daar in Den Haag zo grootstedelijk’, zei hij. ‘Ze hebben er geen idee van hoe geïsoleerd je op deze enorme vlakte in de Wieringermeer kunt wonen.’
In 1975, het Jaar van de Vrouw, kreeg Remmers zijn zin. Na de zomervakantie mocht hij een mavo voor volwassen vrouwen beginnen, niet ’s avonds maar overdag. De ‘moedermavo’ was geboren. Ruim 130 getrouwde vrouwen deden mee, uit de Wieringermeer, maar ook uit Hilversum en Amsterdam. De jongste was negentien, de oudste zestig. Tweemaal per week gingen ze naar de Ariënsmavo in Middenmeer. Sommigen brachten eerst hun baby’s en peuters naar de crèche, in de kantine van een Middenmeerse voetbalclub. Anderen kwamen op het schoolplein hun kinderen tegen. Veel moeders volgden het vak handelswetenschappen, om hun man te kunnen helpen bij het boekhouden.
Voor alle vrouwen was de school een vreugde. ‘Sinds ik op school ben, kan ik iedereen wel omhelzen’, zei de oudste leerling, mevrouw D.M. de Bruin uit Den Helder.
De moedermavo werd een groot succes. Twee jaar later waren er in het hele land al 41 moedermavo’s. ?
wat
het moedermavomonument voor Anton Remmers
waar
aan de Brugstraat in Middenmeer, in de Wieringermeer
waarom
de adelaar is afkomstig van de nabijgelegen, inmiddels gesloopte Ariënsmavo, waar directeur Anton Remmers in 1975 de eerste moedermavo stichtte

