Lettergrepen 711 van Hans Werkman over de postbode van het Oostenrijkse Brixen
Een stille zomerzondagmiddag in Oostenrijks Tirol. We nemen het treintje van Kirchberg naar Brixen im Thale, vier minuten maar. Onderweg flarden sneeuw hoog op de bergen en rode stroken geraniums aan de huizen. Brixen is uitgestorven. Achter de spijlen van een balkon beweegt een schim in rok. Ik zet een hand aan de mond en roep: ‘Bitte, wir suchen die Kirche!’ Een vrouw buigt zich over de geraniumbakken en roept: onder het spoor door, linksaf, ‘geradeaus, fünf Minuten.’
Een stille zomerzondagmiddag in Oostenrijks Tirol. We nemen het treintje van Kirchberg naar Brixen im Thale, vier minuten maar. Onderweg flarden sneeuw hoog op de bergen en rode stroken geraniums aan de huizen. Brixen is uitgestorven. Achter de spijlen van een balkon beweegt een schim in rok. Ik zet een hand aan de mond en roep: ‘Bitte, wir suchen die Kirche!’ Een vrouw buigt zich over de geraniumbakken en roept: onder het spoor door, linksaf, ‘geradeaus, fünf Minuten.’
Op de hof rond de kerk zoeken we de postbode. Hij heette Andreas Geisler. Willem van Toorn heeft in 1988 een mooi gedicht over hem geschreven. Het staat in zijn bundel De aardse republiek. ‘Tegen de kerk’, zegt het gedicht, maar..
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis
Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden .