Drie eeuwen kaarslicht in de kunst: ‘De kaars dooft letterlijk uit’

Een goede belichting is essentieel bij het maken van een portret. Als er geen daglicht is, boots je dat na in een fotostudio met paraplu’s en reflectieschermen. Behalve als je in de zeventiende of achttiende eeuw leeft. Dan moet je het doen met kaarslicht.
Godefridus Schalcken (1643-1706) maakte een afgesloten kamer, een soort doca, om zijn modellen altijd in het donker bij kaarslicht te kunnen schilderen. Door een kijkgat observeerde hij het tafereel en ging aan het werk. Want met kaarslicht kun je spelen. Gerard van Honthorst (1592-1656) gaf de kaars op ‘De bespotting van Christus’ een centrale plaats. Toch wordt het oog eerder getrokken door de figuren op wie het licht schijnt dan op de kaars zelf. Christus ziet er heel menselijk en kw..


