Romantisch schoolmateriaal staat vol met clichés over Indië

Over de geschiedenis van Nederlands-Indië verschenen onlangs twee publicaties: Revolusi van David Van Reybrouck en De wraak van Diponogoro van Martin Bossenbroek. Deze studies zijn gebaseerd op grondig bronnenonderzoek en diepgravende mondelinge geschiedschrijving. In het onderzoek naar het koloniale verleden van Nederland is er één historische bron die vaak over het hoofd wordt gezien: leermiddelen voor het primair en voortgezet onderwijs. Behoudende historici denken dat deze bron niet interessant is: leermiddelen zijn geen harde bronnen, maar een slap aftreksel van de wetenschappelijke kennis uit de tijd waarin ze op school gebruikt werden. Maar is dit wel zo? Waarom zijn onderwijsbronnen óók belangrijk voor de koloniale geschiedenis?


