Een dichtgeplakte envelop van Jan Siebelink
Hugo Tempelman, kinderloze weduwnaar, heeft een prostaatbiopsie ondergaan en bezoekt zijn uroloog, die met hem over de uitslag zal praten. De nieuwe roman van Jan Siebelink, Maar waar zijn die duiven dan, begint letterlijk onheilspellend in het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem.

Meteen in de eerste regels is de toon gezet: dit is een roman over tijd, angst en dood. Hugo ziet vanuit de wachtkamer ‘een perk van zwart grind, met een zonnewijzer’. Hugo wacht tevergeefs op de dokter. De spreekuren blijken geannuleerd te zijn, alle patiënten hebben daarvan bericht gekregen behalve Hugo. Een assistente geeft hem een dichtgeplakte envelop mee met de boodschap dat de uroloog hem zal bellen.
Doodongerust verlaat hij het ziekenhuis. De envelop stopt hij in zijn binnenzak zonder
hem open te maken. Hij is dodelijk ziek, dat kan niet anders met zo’n dichte envelop. Thuis haalt hij zijn oude dienstrevolver en hij begint aan een laatste dagreis langs plekken en mensen om afscheid te nemen. Hij zwerft do..
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis
Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden .