‘Ik wil zo graag weten van wie ik mijn trekjes heb. Ik hoop op erkenning’
Arian de Wit was 42 toen hij zijn vader verloor. Pas na de crematie ontdekte hij dat deze man niet zijn biologische vader was geweest. Arian is verwekt met donorzaad. In zijn boek God, mijn Vader beschrijft hij de gevolgen van dit familiegeheim: voor de relatie met zijn ouders, maar ook voor zijn eigen identiteitsvorming.
Aan het begin van ons gesprek wil Arian de Wit alvast elk misverstand voor zijn: het is níet zijn bedoeling om ouders van donorkinderen te veroordelen. Als voorganger in een evangelicale gemeente kent hij Bijbelse voorbeelden die de allesoverheersende intensiteit van een kinderwens illustreren. ‘Denk maar aan Rachel, die smeekt: “Geef me kinderen of ik sterf!” Of Hanna, die in de tempel zó emotioneel bidt om een kind, dat de priester zegt: “Als je dronken bent, ga je maar naar huis”.’
Al vroeg mist het kind Arian iets in het contact met zijn vader. ‘Begrijp me goed, ik hield van hem en hij van mij. Maar het kwam nooit tot een écht vader-zoongesprek, hoewel ik daar hevig naar verlangde. Er bleef een onzichtbare muur tussen ons − die ik ..
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis
Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden .