Luister naar

Couperus: Fel levend ten onder gaan

Recensie
113 jaar na de eerste druk verscheen dit jaar de zoveelste herdruk van Van oude menschen, de dingen die voorbijgaan.
dinsdag 24 december 2019 om 23:06
Afbeelding

De zoveelste herdruk van Couperus’ Van oude menschen, de dingen die voorbijgaan is niet slechts een herdruk, maar een hertaling. Tante Floor zit niet meer ‘op de mail’ naar Indië, maar op de postboot.

‘Van oude mensen…’ Je hoeft het maar te zeggen of je wordt door een ander aangevuld met: ‘de dingen die voorbijgaan’. Louis Couperus is de auteur van deze titel, de eerste druk is van 1906. De televisieserie naar het boek met een oersterke rolbezetting gonsde in de jaren zeventig door het land. De oude oma Ottilie, prachtig breekbaar en alsmaar angstig in haar stoel voor het raam. Meneer Takma, traag mompelend in gesprek met zijn stokoude geliefde over het gruwelijk geheim. De jonge Lot, bang om te trouwen, om oud te worden.

In de Boekenweek van 1974, ruim vijftig jaar na Couperus’ dood, citeerde ik hem in deze krant: ‘Neen, er worden geen romans meer gelezen.’ De man had recht van spreken. Na het succes van zijn Eline Vere stond de verkoop van zijn volgende romans stil. De kritiek op zijn hopeloze en volgens hem onvermijdelijke defaitisme was vrij algemeen. Van de eerste druk (2500 exemplaren) van Van oude menschen, de dingen die voorbijgaan werd bijvoorbeeld pas in 1944, na 38 jaar, het laatste exemplaar verkocht. In de jaren zestig werd Couperus herontdekt door het tragisch-romantische levensgevoel, de tijd van oma-fietsen, occultisme, drugs en lege handen. De grote romans van Couperus raken daaraan. Ze gaan over rijke, chique leeglopers die fel willen leven, maar die aan het noodlot ten onder gaan.

fatalisme

113 jaar na de eerste druk verscheen dit jaar de zoveelste herdruk van Van oude mensen… Ik heb het herlezen en gemerkt hoe de verhaallijn me opnieuw pakte, hoe de angst van de oude mensen me onder spanning zette. Ik wist natuurlijk hoe het afliep, maar Couperus verstaat de kunst zijn figuren te laden met energie, de energie van het levende noodlot. Met meesterhand wisselt hij de taferelen: van Den Haag naar Indië, van de oude mensen naar de jongere, van Parijs naar Nice, van overspel naar angst en ondergang. De calvinistische cultuurcriticus C. Rijnsdorp vroeg zich in de jaren zestig verbaasd af waarom Couperus nooit was voorgedragen voor de Nobelprijs. Juist door dat meesterschap laat de levensbeschouwing van Couperus mij niet alleen bewonderend, maar ook ontheemd door zijn romans zwerven. Ik geniet van zijn stijl, ik word droefgeestig van zijn fatalisme. Maar literatuur lezen betekent altijd ook: meeleven met levens van anderen en een waardeoordeel hechten aan hun visie op het bestaan.

Deze roman leent zich zeker voor een herdruk. Maar geldt dit ook de langademige zinnen en ouderwetse woorden van Couperus? Marita Mathijsen, hoogleraar Nederlandse letteren, schreef: ‘Hertalen en inkorten is de enige manier om literaire pareltjes van de vergetelheid te redden.’ De lerares Nederlands Michelle van Dijk werd enthousiast van die uitspraak en begon Van oude menschen… te hertalen tot Van oude mensen. Ze beperkte zich niet tot de spelling. Ik ben het met haar werkwijze en met de mening van Mathijsen eens. Een boek verandert niet wezenlijk wanneer je woorden en zinnen aanpast aan een nieuwe tijd.

Michelle van Dijk liet geen stukken weg, zoals Gisbert van Es wel deed bij zijn hertaling van Max Havelaar van Multatuli. Ze paste de afwijkende woordvolgorde van Couperus aan onze tijd aan. Het is te raden hoe ‘Zij voelde knikken hare knieën’ eruitziet in haar hertaling. Ze vertaalde veel van zijn archaïsmen, neologismen en gallicismen. Dat ze daarbij een lezer uit havo 4 in gedachten had, lijkt me onjuist. Volgens mijn ervaring is onder zulke scholieren nauwelijks belangstelling voor lange Couperusromans, ook niet in hertaling. Maar haar bewerking is zeker geschikt voor het enorme bestand aan eigentijdse, volwassen, intelligente lezers die het veston en de rez-de-chaussee van Couperus niet meer snappen. Tante Floor lijkt op een mandarijn. Couperus bedoelt: een Chinees. Van Dijk maakt het woord dus los van de fruitmand. Couperus schrijft dat tante Floor weer ‘op de mail’ naar Indië zit. Om haar niets digitaals toe te schrijven, hertaalt Van Dijk het tot: de postboot. Dat allemaal levert wel wat sfeerverlies op, maar daar merken moderne lezers niets van.

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Afbeelding

Wie bepaalt wat 'normaal' is?

'Normaliteit' deed dankzij de uitvinding van de statistiek tweehonderd jaar geleden haar intrede in de Europese en Angelsaksische geneeskunde, fysiologie, psychologie, sociologie en criminologie. Dit had kwalijke effecten, stelt Sarah Chaney (1978).

Afbeelding

De strijd om de ruimte wordt maar geen echt gevecht

We kunnen niet zonder ruimtelijke ordening, een visie die op het niveau van de landelijke overheid wordt ontwikkeld. Dat maakt Jozef Keulartz heel duidelijk. Maar hij had wel scherper positie mogen kiezen.

Afbeelding

Ideaal vakantieboek over een mysterieuze munt

Richard Osinga schreef een toegankelijk en spannend verhaal dat tegelijk de grote vragen niet schuwt. Over drie mensen die worden verbonden door een mysterieuze munt in Congo.

Afbeelding

Staan in de schoenen van de christen-Palestijn

Munther Isaac, Palestijns christen en theoloog, hoopt dat lezers van zijn boek Aan de andere kant van de muur in de schoenen van christen-Palestijnen gaan staan.

Afbeelding

Marteling is niet middeleeuws maar modern mensenwerk

Martelkamers en martelwerktuigen. Het is niet alleen iets voor toeristisch aangeprezen, wat dubieuze musea in Amsterdam of Londen, het gebeurt hier en nu, door mensen die het als baan doen, en ondanks internationale wetgeving.

Afbeelding

Literair schaakspel in Argentinië

Wie Schaaknovelle van Stefan Zweig heeft gelezen, kent ook Mirko Czentowic, zijn fictieve schaakgrootmeester. Bekende literaire, maar ook historische personages, figureren in de nieuwste 'documentaireroman' van Ariel Magnus, die flaneert tussen de tragiek van de Joodse ballings..