Apollonius van Tyana: concurrent van Jezus van Nazareth?
Hoe uniek is Jezus? Er zijn meer verhalen van rondtrekkende wijsheidsleraars en wonderdoeners zoals Jezus tijdgenoot Apollonius van Tyana. Diens levensbeschrijving doet denken aan wat het Nieuwe Testament beschrijft.
Ene Hierocles gooide in de vierde eeuw na Chr. als eerste de knuppel in het hoenderhok. Waarom waarde hechten aan Jezus Christus, als er in dezelfde tijd talloze andere wijsheidsleraars door de landen van de Middellandse Zee rondtrokken? Wonderdoeners die niet alleen sterke gelijkenis met Christus vertoonden maar ook nog eens een waardevollere leer verkondigden, meende hij.
Hierocles was een hoge ambtenaar in het Romeinse Rijk die weinig van christenen moest hebben. Zijn held was Apollonius van Tyana, een man die ongeveer in hetzelfde jaar als Jezus moet zijn geboren maar veel ouder is geworden. Nog opvallender dan het geboortejaar zijn de verhalen die over Apollonius verteld worden.
overeenkomsten
De overeenkomsten met Jezus lijken groot. Apollonius geboorte werd door goddelijk ingrijpen aangekondigd. Zelf drijft hij tijdens zijn leven demonen uit, wekt een jong meisje weer tot leven en benadrukt dat de band met de goden meer via de gezindheid van mensen dan via offers moet l open.
Ook verschijnt hij aan een leerling die niet gelooft dat hij de meester zelf is. Apollonius pakt daarop diens hand en nodigt hem uit zijn lichaam te betasten, een verhaal dat aan de ongelovige Thomas doet denken. En ten slotte zou ook Apollonius van de aarde naar de hemel zijn opgestegen.
historische waarde gering
De belangrijkste informatie die we over Apollonius hebben, komt van de Romeinse geleerde Flavius Philostratus, die aan het begin van de derde eeuw na Chr. een soort biografie over de wijsheidsleraar heeft geschreven. Dat deed hij op verzoek van Julia Domna, echtgenote van keizer Septimus Severus, die zeer gecharmeerd was van Apollonius. Het is zelfs niet uitgesloten dat zij hem vereerde, want zeker in Klein-Azië, het huidige Turkije, waar Tyana lag, werd Apollonius in sommige tempels vereerd.
In zijn geschrift suggereert Philostratus dat hij zich baseert op de memoires van een zekere Damis, die als leerling Apollonius heeft vergezeld. Samen beleven ze de meest fantastische avonturen en bereizen ze een groot deel van de toen bekende wereld. Rome, Efeze, Egypte, Jeruzalem maar ook Spanje en India werden aangedaan.
incarnatie
Tijdens zijn reizen geneest Apollonius zieken, bezoekt koningen en keizers en predikt de leer van Pythagoras. Deze wiskundige en filosoof uit de vijfde eeuw v. Chr. geloofde in reïncarnatie en Apollonius neemt dat van hem over. Daarnaast blijkt, als we Philostratus mogen geloven, dat Apollonius diep doordrongen is van de Griekse godenleer.
Apollonius is de incarnatie van de Griekse god Proteus en bidt zelf tot Helios, de Zon. Er gaat van de wonderdoener een heilzame werking uit. Latere aanhangers van Apollonius meenden dat talismannen of amuletten met de afbeelding van hun held erop, bescherming tegen ziekte en rampen konden bieden.
christenen
Wat moeten christenen aan met Apollonius van Tyana? Maakt hij Jezus minder uniek, omdat er blijkbaar meer wijsheidsleraars rondliepen die claimden van goddelijke afkomst te zijn en allerlei wonderen deden? En hoe betrouwbaar is die levensbeschrijving van Philostratos eigenlijk?
Om met dat laatste te beginnen, historici zijn het er in het algemeen over eens dat de historische waarde van Philostratus levensbeschrijving gering is. Veel avonturen komen zeker op lezers uit de eenentwintigste eeuw niet geloofwaardig over. Zo ontmoet Apollonius de Griekse held Achilles uit Homerus Odyssee bij diens graf en heeft hij een bijzonder gesprek met hem. Het is fantastisch in de letterlijke zin van het woord, omdat het op een fantasie of waanvoorstelling lijkt.
Ook verjaagt Apollonius spoken, werpt hij zonder enige moeite zijn boeien van zich af, ontmoet hij diverse keizers en geeft hij hen persoonlijk advies. Daarnaast heeft hij vijf jaar lang niet gesproken, kan hij zich soms op wonderlijke wijze verplaatsen en is in staat de toekomst te voorspellen. Historici zijn er gauw klaar mee: er zal wellicht een historische kern in de levensbeschrijving van Apollonius zitten, maar verreweg het meeste van Philostratus werk is pure verdichting. Grappig om te lezen, maar niet meer dan dat.
fel pamflet
Toch zijn we er hiermee nog niet. Over Jezus wordt immers hetzelfde gezegd: lopen over water, met de duivel in gesprek gaan, water in wijn veranderen en zelfs uit de dood opstaan, dat doet toch ook niemand? Zelfs het argument van christenen dat Jezus niet alleen in de Bijbel maar ook daarbuiten wordt genoemd, slaat niet in het voordeel van het christendom uit.
Apollonius naam wordt eveneens door meer mensen vermeld, en niet alleen maar door zijn aanhangers. De Romeinse geschiedschrijver Cassius Dio (tweede/derde eeuw na Chr.) noemt hem al, waardoor zijn bestaan onomstreden is. Ook is bekend dat hij enkele geschriften heeft geschreven, die echter verloren zijn gegaan.
pamflet
Moeten christenen Apollonius dan toch serieus nemen? Als het aan kerkvader Eusebius van Caesarea (263-339) ligt in ieder geval niet. In reactie op het geschrift de Waarheidsvriend van de christenvijandige Romeinse bestuursambtenaar Hierocles heeft Eusebius een fel pamflet geschreven. Eusebius laat zich niet verleiden om de wonderen van Apollonius en Jezus nauwgezet met elkaar te vergelijken, maar stelt dat hun bronnen totaal verschillend zijn.
Apollonius mag dan misschien wonderen hebben verricht, hij deed dat enkel door de kracht van boze geesten en was niet meer dan een magiër en tovenaar. Het belangrijkste argument voor Jezus is echter dat diens komst als Verlosser al door de profeten uit het Oude Testament was aangekondigd.
kritiek
Op Eusebius pamflet Tegen Hierocles is kritiek gekomen en niet geheel ten onrechte. Op bijna badinerende toon veegt de kerkvader de vloer aan met Apollonius en diens biograaf Philostratus, en verwijst met enige spot de avonturen van Apollonius van Tyana naar het rijk der fabelen. Het is voor theosofen, die blijkens artikelen op internet tweeduizend jaar later Apollonius nog altijd in hun gedachtegoed betrekken, reden om Eusebius geschrift als abominabel te typeren.
De kerkvader is volgens hen schuldig aan het feit dat Apollonius eeuwenlang een negatief imago heeft gekend. Daarbij vergeten ze dat Eusebius zijn werk schreef te midden van christenvervolgingen, wat de hele context uiterst polemisch maakte.
uniekheid
Toch is het niet nodig om Apollonius avonturen weg te lachen. Ook christenen zelf hebben zich terecht verzet tegen de manier waarop de Bijbel sinds de Verlichting als boek met mythische verhalen spottend aan de kant is geschoven. Zelfs als de wonderen van Apollonius werkelijk zouden hebben plaatsgevonden, hoeft dat nog geen bedreiging te zijn voor de uniekheid van het christelijk geloof.
Allereerst is het niet voor niets dat Apollonius min of meer in de vergetelheid is geraakt. De impact die Jezus op de wereldgeschiedenis heeft gehad en het feit dat twee millennia later dagelijks nog miljarden mensen hun leven aan hem wijden, is een argument op zich om het christendom uiterst serieus te nemen. Daarnaast zijn de Evangeliën uit het Nieuwe Testament van veel oudere datum dan de levensbeschrijving van Philostratus, wat hun historiciteit ten goede komt.
Belangrijker nog is dat de wonderen van Jezus niet voor de unieke claim van het christelijk geloof zorgen. Niet het feit dat er iets onnatuurlijks gebeurt, maar het feit dat Jezus wonderen verwijzen naar zijn herkomst als Gods Zoon en de reden waarom Hij naar de aarde is gekomen, maken deze uniek. Niet zijn wonderen, maar zijn kruisdood en opstanding en meer nog de boodschap die daaraan verbonden is, maken hem het geloven waard. Zijn claim is wezenlijk anders dan die van andere wonderdoeners die zeggen bovennatuurlijke daden te kunnen verrichten.
toegankelijk
Nu Philostratus biografie van Apollonius van Tyana ook in het Nederlands verschenen is, is een fascinerend werk uit de oudheid voor meer mensen toegankelijk. De vertaling van Simone Mooij-van der Valk is helder geschreven, hoewel er naast bijzondere woorden als bewening soms erg lange zinnen in voorkomen. Daarnaast heeft ze het werk van een inzichtgevende inleiding, verklarende noten en een handig register van namen en begrippen voorzien.
Met deze uitgave krijgen we inzicht in een religieus getint geschrift dat aansluit bij de mysteriëndiensten uit de klassieke oudheid. Mensen worden daarin niet verlost door een God die in zijn Zoon naar de wereld is gekomen, maar vinden het goddelijke uiteindelijk ergens in zich zelf. Omdat deze theorie met allerlei vredelievende en filosofische bespiegelingen gepaard gaat, oefent ze nog steeds aantrekkingskracht uit, niet alleen buiten het christendom. Maar ze is wezenlijk anders dan Jezus boodschap dat alleen door Hem de band met God hersteld kan worden.
Apollonius drijft bijjongen eenboze geest uit (boek 4, 20)
Apollonius keek naar hem op en zei: Jij bent niet zelf zo onhebbelijk, het is een boze geest die je drijft zonder dat je het weet. De jongeman had kennelijk geen idee dat hij bezeten was. Want hij lachte om dingen waar niemand om lacht en begon zonder reden te huilen, praatte en zong in zichzelf. () Toen Apollonius hem aankeek, stiet de geest angstige en woedende geluiden uit, als van mensen die worden gemarteld met vuur of geradbraakt, en hij zwoer dat hij de jongeman met rust zou laten en niet in een ander mens zou binnendringen.
Apollonius sprak woedend tegen hem als een meester tot een schaamteloze slaaf die allerlei lelijke streken uithaalt en hij beval hem een teken te geven dat hij wegging. Ik zal dat beeld daar omgooien, zei de geest en hij wees op een van de beelden in de Koninklijke Stoa, waar deze gebeurtenissen plaatsvonden. Eerst wankelde het beeld en daarna viel het om, en wie zou kunnen beschrijven wat een opschudding dat teweegbracht en hoe de mensen van verbazing applaudisseerden.
Apollonius wekt dood (gewaand) meisje weer totleven (boek 4, 45)
Ook het volgende is een wonderlijke geschiedenis over Apollonius. Een meisje leek gestorven te zijn juist op het uur van haar huwelijk, en de bruidegom liep achter de baar (). Apollonius nu, die bij de droeve gebeurtenis aanwezig was, zei: Zet de baar neer, want ik zal een eind maken aan jullie bewening van het meisje, en tegelijk vroeg hij hoe ze heette.
De meesten dachten natuurlijk dat hij een redevoering zou houden, van het soort dat bij begrafenissen gebruikelijk is en gejammer opwekt, maar alleen door haar aan te raken en er heimelijk iets bij te zeggen, wekte hij het meisje op uit haar schijnbare dood. Ze liet haar stem horen en keerde terug naar het huis van haar vader, opnieuw tot leven gewekt, zoals Alkestis door Herakles. Toen de familie van het meisje hem 150.000 sestertiën wilde geven, zei hij dat hij die aan haar schonk als bruidsschat.
Of hij nog een sprankje leven in haar had bespeurd dat aan haar verzorgers was ontgaan men zegt immers dat Zeus het liet motregenen en er damp opsteeg van haar voorhoofd of dat hij haar uitgedoofde ziel weer opwarmde en terughaalde, is een onverklaarbaar geheim, niet alleen voor mij, maar voor allen die erbij waren.
Apollonius dood en verschijning aan ongelovige leerling (boek 8, 30 en 31)
De functionarissen van het heiligdom sloegen hem in de boeien, omdat ze hem voor een tovenaar en een rover aanzagen (). Maar tegen middernacht bevrijdde hij zich uit de boeien, en om niet onopgemerkt te blijven, riep hij degenen die hem hadden geboeid. Daarop rende hij naar de tempeldeuren, die wijd opengingen, en toen hij naar binnen was gegaan, gingen ze weer dicht, zoals ze gesloten waren geweest, en uit de tempel kwam het geluid van zingende meisjes. Ze zongen: Ga heen van de aarde, ga naar de hemel, ga. Dat betekent zoveel als: ga van de aarde omhoog. ()
Toen Apollonius al niet meer onder de mensen was, en men zich verwonderde over zijn overgang en niemand het waagde te ontkennen dat hij onsterfelijk was, werd er zeer veel gediscussieerd over de ziel, want er was daar ook een groep jongeren die naar wijsheid verlangde. Maar die jongeman, die absoluut niet geloofde in de onsterfelijkheid van de ziel, zei: Jongens, ik ben nu al meer dan negen maanden aan het bidden tot Apollonius om me zijn leer over de ziel te openbaren. Maar hij is zo morsdood dat hij niet op mijn smeken reageert en me niet van zijn onsterfelijkheid overtuigt.
Dat waren de woorden van de jongeman bij die gelegenheid. Maar op de vijfde dag daarna, toen hij hetzelfde onderwerp besprak, viel hij op de plaats waar hij zat te praten in slaap. Sommigen van zijn medestudenten waren verdiept in boeken, anderen waren bezig meetkundige figuren te tekenen op de grond. Maar hij, als een bezetene sprong hij plotseling op uit een onrustige slaap, druipend van het zweet, en hij riep: Ik geloof u. En toen de aanwezigen vroegen wat er met hem aan de hand was, zei hij: Zien jullie niet dat de wijze Apollonius bij ons aanwezig is en naar onze discussie luistert, en wonderschone verzen reciteert over de ziel?
klassieke oudheid
Philostratus. Het leven van Apollonius van Tyana.
Vertaald en toegelicht door Simone Mooij-Valk. Uitg. Athenaeum-Polak & Van Gennep. Amsterdam 2013 29,95