Het wereldbeeld van Descartes en Newton voorbij

Er lijkt behoefte aan een nieuw wereldbeeld dat recht doet aan hedendaagse natuurwetenschappelijke inzichten en daarmee het mechanistische wereldbeeld van Descartes en Newton aflost. Een wereldbeeld dat niet langer het menselijk bewustzijn tot hersenactiviteit reduceert – wij zijn immers niet ons brein – maar dat bewustzijn tot spil maakt waaromheen alles draait. Dit is de boodschap van het boek The Universe, Life and Everything van neurowetenschapper Sarah Durston en psycholoog Ton Baggerman, een Engelstalig boek dat voortkomt uit een VICI-onderzoeksproject dat Durston in 2011 kreeg toegekend. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) heeft financiële steun voor de publicatie gegeven. Dat doet dus allemaal erg prestigieus en vooral wetenschappelijk aan.
En dat laatste is wel nodig als je een revolutie in het denken voor een breed publiek geloofwaardig wilt maken. Want laten we eerlijk zijn: het idee dat we een ‘nieuw wereldbeeld’ nodig hebben, hoor je toch meestal van mensen die zich bezighouden met esoterie of wat vroeger ‘new age’ genoemd werd. Wat mij nieuwsgierig maakte, was dat Durston en Baggerman in verschillende interviews (onder andere met de Volkskrant) zeiden dat zij met wetenschappers hadden gesproken die dit nu zélf zeiden. Dat laatste moet wel met een korrel zout genomen worden, zo blijkt. Want het blijken niet allemaal natuurwetenschappers te zijn. Aan het woord komen econoom Herman Wijffels en zijn vrouw Herma van der Weide (een Jungiaanse therapeut met wie Wijffels samen leiderschapsprogramma’s organiseert), politicoloog Alexander Wendt, kwantumfysicus Henry Stapp en fysicus en Spinozaprijswinnaar Erik Verlinde.
Wat is hun boodschap? Durston en Baggerman interpreteren het zo: het oude wereldbeeld van Descartes en Newton, waarin de wereld bestaat uit relatief losstaande brokken materie (‘atomen’), geregeerd door deterministische wetten, en waarin ruimte en tijd absolute grootheden zijn, dat oude wereldbeeld is aan een flinke upgrade toe. Er zijn nieuwe wetenschappelijke inzichten die hierom vragen, zoals de onverklaarbaarheid van het verschijnsel ‘bewustzijn’, de centrale rol die het bewustzijn van de waarnemer lijkt te spelen in processen op kwantumniveau (dus het fundamentele niveau van materie), en nieuwe wetenschappelijke inzichten zoals dat tijd en ruimte relatief zijn en dat alles met alles samenhangt. Ik ben het met Durston en Baggerman eens dat recente wetenschappelijke inzichten inderdaad tot een nieuw wereldbeeld aanleiding geven, maar ik ben sceptisch over de manier waarop Durston en Baggerman de zaken aanpakken. Vooral de manier waarop niet-natuurwetenschapppers als Wijffels, Van der Weide en Wendt (en ook Durston en Baggerman zelf) met de kwantumfysica aan de haal gaan, deed me denken aan de film What the Bleep Do We Know? uit 2004. Die film zorgde voor ophef, vooral omdat die gefinancierd bleek door de sekteachtige Ramtha-beweging, en promootte een quasireligieuze ‘kwantummystiek’ die beweerde dat mensen hun eigen werkelijkheid kunnen scheppen. Ook deze film, net als het boekje van Durston en Baggerman, was vooral opgebouwd rondom interviews met wetenschappers.
bewustzijn
Het quasimystieke aspect uit What the Bleep Do We Know? komt ook in het boekje van Durston en Baggerman naar voren en wordt met name door Wijffels, Van der Weide en Wendt sterk benadrukt. Zo gaat één hoofdstuk over de vraag in hoeverre wijzelf de werkelijkheid maken, en een ander over ‘synchroniciteit’: een term die door de psycholoog Jung werd gemunt en die verwijst naar betekenisvol toeval (bijvoorbeeld: je denkt aan familie in het buitenland en op dat moment gaat de telefoon en blijkt het dat familielid te zijn). De kwantumtheorie wordt aangehaald als de theorie die verklaart wat er aan de hand is.
Het argument lijkt te zijn: op kwantumniveau is bewustzijn cruciaal om werkelijkheid te maken. Het bewustzijn beïnvloedt namelijk via waarneming een kwantummeting. En aangezien alle materie uit kwantumdeeltjes bestaat, is er bewustzijn nodig om de werkelijkheid op macroniveau stabiel te houden. Stapp en Verlinde verwijzen naar ‘de Natuur’ als de ultieme waarnemer (God wordt in dit boekje angstvallig buiten de deur gehouden). Maar ook het bewustzijn van de mens krijgt een cruciale rol toebedeeld. Natuur en mens werken samen in het scheppen van de werkelijkheid. Bij betekenisvol toeval wordt duidelijk hoe menselijk bewustzijn en Natuur samenwerken. Uiteindelijk heeft dit boekje een hoog speculatief ‘new age’ gehalte. Toegegeven, al te stellige beweringen blijven achterwege, maar toch wordt de kwantumfysica gemystificeerd en net als in What the Bleep Do We Know? en eerder (in de jaren 80) al in de boeken van Fritjof Capra en Gary Zukav als een mystiek aandoende theorie-van-alles gebruikt. Ik vraag me af waarom de KNAW haar naam aan dit boek heeft willen verbinden.
Ooit werd God beleden als de Schepper van hemel en aarde. Nu wordt gesuggereerd dat ‘de Natuur’ en de mens samen via kwantumprocessen en waarneming deze werkelijkheid maken tot wat ze is. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat in dit boekje uiteindelijk de natuurwetenschappen voor het karretje van de geesteswetenschappen worden gespannen om vragen te beantwoorden die ten diepste zinvragen zijn. ¦
Sarah Durston en Ton Baggerman. Uitg. Amsterdam University Press, Amsterdam 2017. 110 blz. € 14,99
+ heldere boodschap, interessant onderwerp
- af en toe houterig Engels
- weinig vernieuwend

