De dood als inspiratiebron voor een kunstje

De film eindigt ermee dat de 35-jarige, doodzieke Mozart letterlijk als een waanzinnige werkt aan het fenomenale Requiem – dat hij helaas niet zelf zal kunnen voltooien. Het is een lucratieve klus in opdracht van een anonieme maar royaal betalende klant. En dat geld heeft de verarmde ‘Wolfie’ (en vooral zijn aanstaande weduwe Constanze) hard nodig. Prevelend dicteert hij de laatste noten onder het gebed van de stervende: Voca me cum benedictis, ‘roep mij dan tot de gezegenden’. En onder beelden van de uiterst armoedige begrafenis van deze geniale componist eindigt de film met het Lacrimosa, fase acht van Mozarts uitvaartmis: Pie Jesu, Domine, dona eis requiem. Amen! (‘Lieve Heer Jezus, geef hun rust. Amen!)
De dood als inspirerend en goed verkopend thema voor vrome teksten op hemelse tonen. Kunst beoefend als ambacht: gewoon een van de vele manieren waarop een mens dodelijk hardwerkend in zijn broodwinning kan voorzien. En dat alles twee eeuwen later verfilmd tot een esthetische maar ook sterk verromantiseerde biografie, die alleen al in de VS in één jaar tijd 51 miljoen dollar opbracht. Maar – zouden er ook kijkers zijn geweest die door deze film over hun eigen levensbestemming en sterfelijkheid zijn gaan nadenken, en zouden de Latijnse liturgische teksten hun daarbij troost, hoop en richting hebben gegeven? Als dat de bedoeling was van regisseur Miloš Forman, heeft hij zijn boodschap wel in heel cynisch, en hier en daar ronduit banaal beeldverhaal verpakt.
De herinnering aan Amadeus en z’n fraaie, bevindelijke, maar ook door-en-door commerciële Requiem werd deze week wakker geroepen door de verschijning van Dood, de laatste glossy. Een eenmalig verschijnend magazine (130 pagina’s dik) dat is geproduceerd door LenteMedia, makers van de glossies Jezus! (januari 2015), Bijbel (oktober 2015) en Bonhoeffer (maart 2016).
Makers dus die tot nu toe alleen al door hun themakeuze niet verhulden dat ze verhalen van geloof, hoop en idealen willen vertellen – maar dan wel op zó’n manier dat het op een prominente plek in de kiosk voor het grijpen komt te liggen en in een substantiële oplage verkocht wordt. Dus met veel aandacht voor fotografie en vormgeving, waarvoor het gerenommeerde reclamebureau KesselsKramer tekende. En met professioneel verzorgde teksten van verrassende schrijvers; Jezus! verscheen onder hoofdredactie van schrijver Arthur Japin. Uit de manier waarop die glossy in de markt (en daaraan voorafgaand: in de media) werd gezet, bleek wel dat Japin niet alleen om zijn literaire kwaliteiten en kennis van de hoofdpersoon was gescout. Wie tegenwoordig drukwerk wil verkopen, moet in de talkshows zitten, en met de keuze voor Japin lukte dat: hij was het ticket om Jezus! bij De Wereld Draait Door aan tafel te krijgen.
Die manier van vermarkten is bij het samenstellen van Dood verder doorgevoerd. Om het blad in de schappen en in de gratis publiciteit te krijgen, is een ‘hoofdredacteur’ aangetrokken die bij de al iets oudere Nederlander bekendstaat om haar springerige, vitale zelfpresentatie (in 2002 interviewde én zoende ze toenmalig premier Balkenende in het politieke BNN-jongerenprogramma Lijst 0), en die als professioneel actrice weet hoe je zó door je traanvocht kunt staren dat het de coverfoto niet vertroebelt maar extra glans verleent. Woensdagavond zat ze bij RTL Late Night aan tafel, door Umberto Tan aangekondigd als ‘de levenslustige Katja Schuurman die met de vandaag verschenen glossy Dood woest aan de hemelpoort rammelt’. Ze vertelde onder meer over de reportages waarin ze acteert (deze hoofdredacteur schrijft niet zelf): een ‘persoonlijke zoektocht’ naar ‘het recept voor een lang leven’ en naar de mogelijkheid om je klinisch dode lichaam te laten invriezen met het doel later tot leven te worden gewekt (‘cryonisme’), als de wetenschap eenmaal zover is. Want Katja wil niet dood – daar is ze ‘principieel tegen’ – ze wil eeuwig leven. Ze is niet religieus aangelegd, stelde ze Umberto Tan gerust (‘ik reken op de wetenschap’). Maar ze is wel emotioneel betrokken en door menig verhaal in haar blad tot tranen geroerd; vandaar die glinsterende ogen op de omslag.
christelijke gast
De demonstratief niet-religieuze pretentie en presentatie geeft Dood een gekunsteld, geforceerd karakter. Niet alleen de uitgevers, maar ook de feitelijke redacteuren (Reinier Sonneveld en Theanne Boer) en diverse medewerkers in het colofon zijn bekend als christelijke creatievelingen met meer ideaal en geloof in hun pen dan de gemiddelde broodschrijver. In sommige stukken piept dat tussen de regels door, maar het moest allemaal zo ontzettend nadrukkelijk onopvallend blijven. En dus staat de tienjarige Rachel Paul (‘Het allerbelangrijkste in het leven is dat je gelooft in de Here God’) naast een column van Youp van ’t Hek, en worden de theologische bijdragen aan het blad verzorgd door Paul Haenen-typetje ‘Dominee Gremdaat’ en ‘Zuidas-dominee’ Ruben van Zwieten. Sandwichen heet dat in televisie-termen, en de EO staat er jaren om bekend: een christelijke gast opdienen tussen twee gewone Nederlanders. Maar de Evangelische Omroep kan zich alleen al vanwege die naam niet als missionaire afzender verloochenen, zelfs niet als hij opzichtig areligieuze presentatoren inhuurt. LenteMedia daarentegen lijkt als nadrukkelijk neutraal label vooral tot leven te zijn gewekt om binnen te komen bij argeloze ‘nieuws’-redacties. Dat moet ook wel, want het genereren van gratis publiciteit is een strategisch geïntegreerd onderdeel van het glossy-concept; potentiële adverteerders werden weken voor verschijning geworven met de belofte dat de ‘promotie’ van Dood gegarandeerd was via ‘RTL Late Night, een nieuw programma van Katja Schuurman op NPO 1, tv-programma De Kist op NPO 2’. Die manier van vermarkten is een kunststuk op zich.
Eigenlijk is een goede glossy in z’n totaliteit een commercieel Gesamtkunstwerk: een samenspel van tekstschrijvers, vormgevers, reclamemakers, marketeers en mediavoorlichters. Pure verleidingskunst is het, want een ‘leuk blad’ meepakken uit de kiosk is voor veel Nederlanders bij uitstek een impulsaankoop. Geprikkeld door het verlangen om jezelf of een vriend eens even te ‘verwennen’ met een aantrekkelijk maaltje ‘leesvoer’, en meer of minder bewust gestimuleerd door de herinnering – ‘oh ja, Katja, die was gisteren op tv’.
Bij LenteMedia hebben ze dat kunstje goed in de vingers, zoveel is inmiddels wel duidelijk. Tegelijk zit in de ondertitel een niet mis te verstane belofte: dit is ‘de laatste glossy’. En zoals wel vaker is de laatste aflevering niet de beste (hoewel Mozarts ‘Requiem’, voltooid door zijn oud-leerling Frans Xaver Süßmayr, een huiveringwekkend mooi sluitstuk van zijn oeuvre werd). ¦
Lentemedia, € 7,95
+ veelzijdig samengesteld
- ‘hoofdredacteur’ Katja Schuurman


