De vraag naar God in een verlaten stad

Vissen hebben geen voeten is een pittige familiesaga die begint bij de magische liefdesgeschiedenis van Ari’s grootouders en eindigt in Keflavik. In Ari’s jeugd was Keflavik een levendig stadje, dankzij de aanwezigheid van een Amerikaanse legerbasis en de visserij. Terwijl hij opgroeit maakt de door de Europese Unie afgedwongen visquotering de haven nutteloos, de Amerikanen vertrekken en de stad raakt in verval. Een verval dat voor Ari zelf begint bij een verkeerd begrepen jeugdliefde, die diepe sporen achterlaat.
Hemingwayesk
Stefánsson betreedt in deze familiegeschiedenis talloze zijsporen. Die meanderende vertellingen geven het boek zijn kracht. Stefánsson vertelt bijvoorbeeld het poëtische verhaal van twee ingesneeuwde geliefden, een verhaal over een evangeliserende zeeman en een Hemmingwayeske vertelling van een jongen die man wordt op zee.
liefde en sleur
Vissen hebben geen voeten is geen makkelijke roman. Deels vanwege de complexiteit maar vooral vanwege de rauwe schrijfstijl en de grote vragen.
Hoe geef je zin aan je leven – als visser aan een zee waar niet meer gevist mag worden? Waarom verandert de liefde vaak in sleur? Wat moet je met God in een oord dat door Hem vergeten lijkt te zijn? Soms vervloekt hij God, soms weet hij: ‘Waar is de macht van vertroosting groter dan in het geloof in God?’ Omringd door de zee, de geschiedenis, de kou en The Beatles zoekt Ari naar antwoorden.
Die zoektocht is keihard. Soms gaat Stefánsson daarin wel wat ver; te veel herhaling van irrelevante zaken, al te vergezochte filosofische bespiegelingen, te grove taal, en te heftige gebeurtenissen.
Vissen hebben geen voeten is rauw en grimmig, maar wie daar doorheen weet te prikken staat een eeuw aan mooie verhalen te wachten: ‘Zo hebben wij onze momenten. Ondanks alles.’ ¦
literatuur
Vissen hebben geen voeten
Jón Kalman Stefánsson. Uitg. Ambo|Anthos, Amsterdam 2015. 344 blz. € 21,99