Ineens zijn wildvreemden een koor
Onder een boom in de Hoftuin in Amsterdam verzamelen zich tegen zessen in kleine groepjes veertig, vijftig mensen. Ze vouwen picknickmanden open en zetten van alles op de tafels. Om half acht springt er een lange vent in een rood shirt voor de club, en achter hem iemand met een gitaar. Nog weer even later zijn de losse mensen een koor.
Het is een initiatief van de Protestantse Diaconie in Amsterdam. De panden om de Hoftuin heen, vertellen organisatoren Margriet Valkman en Jeroen van Slooten, zijn allemaal van de diaconie. ‘Allemaal schenkingen van rijke Amsterdammers in het verleden’, weet Valkman. De tuin was vroeger een boomgaard, om de arme en bejaarde kant van Amsterdam van vers fruit te voorzien. Nu is het een oogje in de orkaan van de stadsdrukte. De Weesperstraat – beton, asfalt, tramrails en verkeer – loopt er vlak langs. Je merkt er nauwelijks wat van.
De diaconie wil juist op deze plek mensen bij elkaar brengen, vertellen Valkman en Van Slooten. ‘Vorig jaar hebben we dat gedaan met vrij grote evenementen, dit jaar wilden we het juist klein houden’, zegt Valkman. ‘De tuin van de diaconie is al eeuwenlang een sociale plek in Amsterdam. Het is een plek waar mensen naar elkaar omkeken. Of, zoals de diaconie het op haar website formuleert: ‘De diaconie vindt het belangrijk om in een steeds meer gepolariseerde wereld, evenementen te organiseren waarbij mensen van allerlei pluimage elkaar ontmoeten en plezier met elkaar maken.’
Van Slooten vertelt dat zijn vrouw op het idee van een pop-upkoor kwam. Hij grijnst. ‘Prachtig idee natuurlijk. Kijk, er zijn drie klassieke manieren om mensen bij elkaar te brengen: met eten, zingen en alcohol. En met alcohol loopt dat nog weleens verkeerd af, dus concentreren wij ons op eten en zingen.’
Veertig mensen zitten er in de Hoftuin, in kleine groepjes aan picknicktafels. Dicht bij de oude boom zit een klein clubje, buren van elkaar. Maarten Slagter bijvoorbeeld, die meteen maar meldt dat hij doopsgezind is. ‘Het heeft gestortregend vanmiddag’, zegt Slagter, ‘anders waren er veel meer mensen geweest.’ Tegenover hem zit San met op haar schoot haar dochtertje Elly – de ogen van het meiske zijn grote eilanden in een zee van waterpokken. Ze hebben de tafel volgezet met voortreffelijke salades, sap, bier en goede wijn, en toveren als toespijs een plankje met verschillende kaasjes tevoorschijn.
Ondertussen wriemelen rond de boom wat techneuten met geluids- en opnameapparatuur. Om half acht roept Jeroen van Slooten de aanwezigen bij elkaar, en stelt hen voor aan de dirigent van vanavond, Maarten Bos, en aan gitarist Henry Nieuwenhuizen. Bos springt vaardig voor de kluit en krijgt ze zonder enige moeite aan het zingen.
Living on a prayer heeft hij uitgekozen, een jarentachtigklassieker van Jon Bon Jovi. Niet direct een nummer dat je verwacht bij een instant-koor, en Nieuwenhuizen betoont zich een voortreffelijke gitarist, maar hij heeft een semiakoestisch instrument meegenomen. Niet echt het snerpende gitaargeweld dat je bij dit nummer gewend bent. Bovendien blijkt niet iedereen het nummer te kennen.
viral
Het lijkt allemaal niet te deren. Maarten Bos verdeelt de aanwezigen vaardig in drie groepen (de sopranen, de alten en … nou ja, de mannen). Al bij de eerste harmonisaties kijken een paar zangeressen elkaar verbaasd aan: doen wij dit?
Maarten Bos wil wel dat de mannen met wat meer pit zingen. ‘Dan gaat het filmpje dat nu wordt gemaakt viral’, grijnst hij.
Ergens halverwege verbaast een kennelijk wat meer ervaren zanger zich over een noot. ‘Deze F klinkt zoveel lager dan de eerste F …’ Het gros van de andere zangers had dat duidelijk totaal niet opgemerkt, maar dirigent Bos legt uit: ‘Ja, dat komt doordat we van een E-mineur komen en dan wordt de F een Fis.’ Volgens een persoonlijke schatting is hij met die uitleg tachtig procent van zijn gehoor kwijt, maar de vragenstelster knikt begrijpend – en Bos gaat onverdroten voort met de repetitie.
Het is de eerste keer, voor iedereen. En het nummer is niet helemaal goed gekozen. De meest ingewikkelde stukken blijken aan het einde te zitten, als iedereen al wat moe begint te worden – en het slot is voor de meeste mannen echt onbereikbaar hoog. Maar het deert niet al te erg. Op zeker moment roept de vader van Elly naar zijn vrouw: ‘Zingen … ik dacht: ik ga picknicken, maar ik ga écht niet zingen … Ik dacht dat het een soort karaoke zou zijn. Maar kijk nou: nu sta ik hier toch …’ Tja vaders, en je vindt het nog leuk ook.
boom-met-lampjes
Als de laatste lijn erin zit – of min of meer erin – krijgt iedereen even de gelegenheid om de keel te smeren. En dan zingen we, onder de boom vol lampjes, het hele lied, in een ruk uit. Dat er geluidspads op de grond liggen, zijn we dan al vergeten. En dat er iemand met een camera om ons heen cirkelt, deert niemand meer. We zingen. We, inderdaad. Want ineens zijn we het Friday Night Pop-Up Choir. En we zingen goed ook.
Denken we. Op facebook.nl/FNPchoir is inmiddels het resultaat te horen. Hm. In het echt klonk het toch beter. En vooral gezelliger. Ach, wat zou het. Vanavond weer een kans, en volgende week vrijdag weer – en dan? ‘We vonden het echt leuk’, laat Margriet Valkman weten. ‘Misschien gaan we na vanavond en volgende week vrijdag wel dóór. Houd onze Facebookpagina maar in de gaten.’ Trouwens, voegt ze er nog aan toe: ‘Dit kan natuurlijk overal, ook in jouw dorp.’
Misschien zijn er vanavond wel tachtig mensen in de Hoftuin. Of honderd. Honderd individuen, die binnen een uur een koor worden. Een wij.
Pop-Up Koor Amsterdam Vrijdag 7 juli, 18.00 uur picknick, 19.30 uur zingen Vrijdag 14 juli, 18.00 uur picknick, 19.30 uur zingen. Adres: Nieuwe Herengracht 18 in Amsterdam.