Hoe Vladimir Putin denkt - En het Westen weet zich er geen raad mee
Al bijna twintig jaar is Vladimir Putin aan de macht in Rusland. Hij weet precies wat hij wil, maakt Angela Stent duidelijk in een boek dat de achtergrond van zijn denken ontrafelt. Een denken waarmee het Westen zich al die tijd al geen raad weet.
Een gevechtsrantsoen uit blik. Dat was de middagprak die de Nederlandse ministers Ank Bijleveld-Schouten (Defensie) en haar geldschieter, minister Wopke Hoekstra (Financiën), een paar weken geleden te eten kregen in Litouwen. Ze waren op bezoek bij de Nederlandse militairen die daar sinds 2017 zijn gelegerd, als vooruitgeschoven post van de NAVO. ‘Geruststellende maatregelen’, noemt de NAVO het.
De reden daarvoor is in vijf letters te vatten: Putin. Maar waarom is de Russische president en met hem de Russische Federatie van een mogelijke bondgenoot tot zo’n bedreiging geworden dat zelfs Nederlandse militairen aan de Litouws-Russische grens staan? Wat beweegt hem tot uitspraken die landen in het oosten van Europa de koude rillingen bezorgen en waarop westerse leiders en de NAVO denken te moeten antwoorden met gespierde taal en militair machtsvertoon?
Angela Stent, al tientallen jaren als hoogleraar maar ook als medewerker van de Amerikaanse Nationale Inlichtingenraad bezig met de Ruslandpolitiek, zoekt de antwoorden in het denken van Putin en de Russische regering zelf. Daarbij zijn haar conclusies over de westerse reacties op Putins optreden vaak niet mals.
Russische grootsheid
Veel van wat Stent over Putin schrijft, is voor wie zijn optreden en zijn uitspraken volgt geen groot nieuws. Putin verbergt namelijk niets van wat hij van plan is. Het probleem is dat westerse politici te lang dachten dat hij niet zou doen wat hij zei.
Putins denken staat niet op zich, maakt Stent op een heldere en overtuigende manier duidelijk. Ze trekt lijnen naar zijn voorgangers en houdt ook de westerse politiek een spiegel voor – eentje van onkunde en onbegrip.
Wat Putin wilde bereiken, maakte hij op 30 december 1999 al duidelijk in zijn essay ‘Rusland bij de wisseling van het millennium’. ‘Geloof in de grootsheid van Rusland’, schreef hij daarin. ‘Rusland was altijd een grootmacht en zal dat blijven, door de ondeelbare eigenschappen van zijn geopolitieke positie, economie en cultuur. Die hebben de mentaliteit van de Russen en de politiek van de overheid door de hele geschiedenis van Rusland bepaald en zullen dat ook nu doen.’ Daarbij is ‘patriottisme’ onmisbaar, aldus Putin: ‘Patriottisme is de bron van moed, vastberadenheid en trots van ons volk.’
De dag na het verschijnen van zijn essay trad president Boris Jeltsin plotseling af, en nam Putin, net vier maanden premier, diens plaats in. Al onder Jeltsin was er onvrede over de houding van de Verenigde Staten en Europa. Die dachten dat Rusland na de ineenstorting van de Sovjet-Unie wel het westerse democratische model zou overnemen.
In feite vond de breuk met het Westen al plaats vóór Putin president werd, schrijft Stent. In maart 1999 werden Polen, Hongarije en Tsjechië lid van de NAVO. Dat de VS en andere bondgenoten dit ‘bejubelden als een overwinning voor vrijheid en democratie’ was al moeilijk te verteren voor Moskou. De Russische woede werd pas echt gewekt toen twaalf dagen later de NAVO begon met het bombarderen van Servische doelen, om een einde te maken aan de acties van het Servische leger in Kosovo. Negen jaar later kwamen alle grieven daarover weer boven toen in 2008 Kosovo de onafhankelijkheid uitriep. Putin kondigde toen zijn vergelding aan: ‘Dit is een kwalijk en gevaarlijk precedent. We kunnen niet een stel regels volgen voor Kosovo en andere regels voor Abchazië en Zuid-Ossetië.’ In augustus maakte hij zijn woorden waar, met de erkenning van deze deelrepublieken van Georgië als onafhankelijke staten, nadat Georgië in een korte oorlog op de knieën was gedwongen.
Kosovo zou zo blijvende gevolgen krijgen, constateert Stent. ‘In zijn toespraak in maart 2014 waarin hij de annexatie van de Krim aankondigde, verklaarde Poetin: “Onze westerse partners schiepen met eigen hand het Kosovo-precedent.” ’ Hij betaalt in eigen ogen met gelijke munt terug.
Uit het boek van Stent wordt ook duidelijk dat de pijn van de confrontatie met het Westen diep zit. Dat gaat niet eens zozeer om de ‘omsingeling van Rusland’ door een uitbreidende NAVO, al laat Stent zien dat de Russische buitenlandse veiligheidsdienst al in 1993 in een rapport constateerde dat door die uitbreiding ‘de grootste militaire macht ter wereld met zijn reusachtige aanvalskracht direct aan de grenzen van Rusland zal komen staan’. Maar wat het hoofd van de dienst, Jevgeny Primakov, eraan toevoegde, was belangrijker dan alle opsommingen van het rapport: ‘Het nieuwe Rusland heeft er recht op dat er rekening wordt gehouden met zijn mening.’ Daar lag de echte pijn.
Het werd Putins doel, ervoor te zorgen dat er weer naar Rusland geluisterd zou worden.
glorie
Daarin is hij geslaagd, stelt Stent. Rusland is terug op het wereldtoneel als een bepalende grootmacht. Dat is voor een niet onbelangrijk deel te danken aan de verdeeldheid van de westerse politiek, waarvan Putin bijzonder knap gebruikmaakt. Met beperkte middelen, ook militair, weet Rusland zo op precies het goede moment de maximale resultaten binnen te halen. Stent laat dat onder meer zien aan de hand van het Midden-Oosten, waar Rusland inmiddels goede relaties heeft met ongeveer iedereen, van Israël tot Iran en van Saudi-Arabië tot Turkije. ‘Rusland is herrezen als een gerespecteerde speler in een aantal grote conflicten’, aldus Stent.
De macht van Rusland leunt in de wereld van Putin op ‘de Russische Idee’, een mythisch beeld van de Russische geschiedenis en de grootsheid van het uitgestrekte land verenigd met de opvatting dat Rusland de bakermat van een superieure cultuur is.
Om Stent en deze wereld van Putin die ze beschrijft echt goed te begrijpen, is de video van Putins laatste inauguratie in mei 2018 als president van de Russische Federatie onmisbaar. Stent wijst in haar boek ook op deze ceremonie, als toonbeeld van ‘de Russische Idee in al haar glorie, door de nadruk te leggen op traditie en patriottisme’.
Alles komt in de inauguratie bij elkaar: de gouden pracht van de Russische kathedralen en staatsgebouwen als beeld van de Russische christelijke cultuur en de centrale positie van de staat, de genodigden die in spanning wachten op de komst van hun grote leider, de verlaten straten van Moskou waarover Putin in zijn fonkelnieuwe staatsauto naar de beëdigingsceremonie rijdt – het draait allemaal om die ene man. Dit is, zo laat het boek van Stent zien, Putin in zijn verheven Russische mir, zijn wereld. Van daaruit beziet hij de rest van het aardse gekronkel. Zoals die twee Nederlandse ministers met hun blikje eten, daar in Litouwen. ¦
Angela Stent. Uitg. Unieboek | Het Spectrum bv, Amsterdam 2019. 504 blz. € 34,99
+ helder betoog, goed onderbouwd
+ uitstekende bronnen, kritische aanpak
- behandelt optreden Putin in Rusland zelf nauwelijks
- vraagt wel wat kennis