De Vietnamees-Amerikaanse dichter en essayist Ocean Vuong heeft weinig woorden nodig om veel te zeggen

Al in de eerste zin toont hij zich bewust van deze dubbele kracht van de taal als hij zijn bedoeling onder woorden brengt: ‘Ik schrijf je om je te bereiken – zelfs als elk woord dat ik opschrijf één woord verder van jou is verwijderd.’
De moeder is hardhandig. Jarenlang is het voor haar gewoon om haar zoon te slaan, totdat hij op zijn dertiende duidelijk maakt dat dit op moet houden. Ze is een weinig ontwikkelde moeder, ze kan niet schrijven of lezen wat ze overigens zelf onbelangrijk vindt. Ze kan zien en vertellen. Kijken is voor haar een vorm van lezen en vertellen een vorm van schrijven.
De zoon, die pas zelf op 11-jarige leeftijd leerde lezen, kan wel schrijven. En hoe! Op aarde schitteren we even is een buitengewoon debuut waarin een aantal grote thema’s, zoals de problematische relatie tussen generaties, oorlog, geweld, taal, homoseksualiteit en racisme, is verwerkt zonder dat het ergens te vol of te zwaar wordt. Het is een rauw én teder, pijnlijk én mild verhaal dat de ingewikkelde wereld van een Vietnamees in Amerika dichterbij brengt en invoelbaar maakt.
niet opvallen
De brief bestaat uit drie delen met elk een aantal titelloze hoofdstukken. Zijn grootmoeder Lan spreekt hem aan als Hondje, een merkwaardige naam die ze kiest omdat ze denkt dat hij niet zal opvallen als hij wordt genoemd naar iets dat als waardeloos wordt beschouwd. Haar drijfveer is dat hij – anders dan zijzelf en haar dochter – onaangetast in leven zal blijven. Niet opvallen, alsof dat gaat lukken met een andere huidskleur en een andere moedertaal.
Eén van zijn taken is om met een pincet een voor een de grijze haren uit het hoofd van zijn grootmoeder te trekken. Zijn beloning bestaat uit verhalen waardoor de familiegeschiedenis zich ontrolt. Lan leefde noodgedwongen aan de rand van de Vietnamese maatschappij. Verstoten door haar ouders nadat ze uit een gearrangeerd huwelijk was gestapt, werd ze sekswerker. Dit verleden en de oorlogservaringen hebben zowel Lan als haar dochter Rose, getekend. Een nooit eindigende oorlog, een oorlog die in hun lijf blijft zitten: ‘In onze moedertaal spreken is slechts gedeeltelijk in het Vietnamees spreken, maar geheel in oorlog.’
Naast de thema’s taal en oorlog manifesteert zich met name in het tweede deel ook het thema racisme. Bij zijn eerste baantje op een tabaksplantage in de buurt van Hartford ontmoet Hondje de enkele jaren oudere Trevor. Er ontwikkelt zich een homo-erotische vriendschapsrelatie tussen de jongens en mede door deze verhouding onderkent Hondje steeds nadrukkelijker de invloed van huidskleur. ‘Trevor was wit. Altijd wit. Ik was geel.’ Een besef dat overigens al begon toen buurjongens de verf van zijn fietsje krabden en zijn moeder met haar roze nagellak de schade herstelde. ‘Dat was de dag waarop ik leerde hoe gevaarlijk kleur kan zijn.’
Een ander in het oog springend thema is de verwoestende uitwerking van verslavende middelen. Als gevolg van een ongeluk krijgt Trevor het pijnstillende middel OxyContin voorgeschreven. Een middel dat verslavend blijkt te werken en uiteindelijk ook zijn dood wordt. Hoewel Hondje zelf ook wel drugs gebruikt, raakt hij er niet verslaafd aan, maar bij de dood van Trevor moet hij wel constateren dat dit geen incident is. Hij heeft inmiddels vijf vrienden aan een overdosis verloren.
verwijdering
Ten slotte is er zijn grote geheim. Als Hondje zijn moed bij elkaar raapt en zijn moeder vertelt dat hij op jongens valt, ontlokt dat ook aan haar het onthullen van een geheim: Hondje heeft een broer gehad, in de vierde maand geaborteerd. Er was geen eten. ‘In tegenstelling tot je broer’, zei je, ‘werd jij pas geboren toe we wisten dat je zou leven.’
Al lezend besef je steeds beter de waarheid van de eerste zin: schrijven, vertellen om elkaar te bereiken maar het effect is ook een verdere verwijdering. Zijn moeders eigen problemen zijn te groot, ze kan zijn vragen en problemen er niet bij hebben.
Ocean Vuong (1988) is een Vietnamees-Amerikaanse dichter en essayist. Dat Vuong vooral ook dichter is, mag blijken uit zijn geweldige beheersing van de taal. Hij heeft weinig woorden nodig om veel te zeggen en ook de gehanteerde beeldspraak is buitengewoon krachtig. Het is verleidelijk om een groot aantal zinnen te citeren maar binnen de ruimte van deze bespreking toch nog een enkel voorbeeld. Als één van zijn pesters hem in de schoolbus toebijt dat hij hem aan moet kijken als er tegen hem gesproken wordt, roept Vuong in één zin een hele wereld op: ‘Hij was nog maar negen, maar had het dialect van beschadigde Amerikaanse vaders al onder de knie.’ Ook de wijze waarop het beeld van buffels die op een klif af denderen (‘Ze volgen gewoon hun familie. Dat is alles. Ze weten niet dat het een klif is.’) is verwerkt in het verhaal, is treffend.
Na de laatste bladzijde blijft niet alleen hangen dat het bepaald geen gemakkelijke jeugd is geweest. De wijze waarop hij ondanks alles levensmoed toont, is zeer indrukwekkend. Nergens zakt hij weg in zelfbeklag en met een blijvend oog voor de ander slaagt hij erin zich los te maken van de bepalende invloed van zijn getraumatiseerde omgeving. Schrijnend verhaal, prachtig boek. ¦
Ocean Vuong. Uitg. Hollands Diep, Amsterdam 2019. 237 blz. € 21,99
+ indrukwekkend verhaal
+ schitterende taal

