Schrijver Simon van Esch: ‘Wees wat beter en liever voor elkaar, behandel elkaar niet als werkpaarden’

Simon van Esch (37) rondde een bachelor af in zowel communicatie- als sociale wetenschappen én een master in religiewetenschappen. Het terugkerende thema in al die studies is gedragseconomie. Na een lange studententijd in Groningen en een baan in de marketing was het deze interesse in menselijke omgang en gedrag die hem zes jaar geleden leidde naar zijn huidige baan bij Nestor, een bedrijf dat zich bezighoudt met het activeren, monitoren en ondersteunen van werknemers en werkgevers. Afgelopen juli verscheen het boek Hoezo hiërarchie? De toekomst van werken is horizontaal, dat hij schreef samen met collega en oprichter van Nestor, Evert Hatzmann.
Waarom hebt u dit boek geschreven?
‘Toen ik de arbeidsmarkt betrad, viel het me op dat mensen van mijn leeftijd met veel bombarie door bedrijven werden binnengehaald, maar dat het diezelfde bedrijven niet lukte deze werknemers binnen te houden. Vaak waren ze na korte tijd weer met de noorderzon vertrokken.
Ik vroeg me af hoe dat nu kon. Blijkbaar zijn de bonussen, flipperkasten op kantoor en vrijdagmiddagborrels niet voldoende om werknemers aan je bedrijf te binden. Het zette mij aan het denken: hoe zit dat? Tijdens een wandeling met Evert door de Soester Duinen spraken we over wenselijke ontwikkelingen op het gebied van werk en burgerschap en kwamen we op het idee een boek te schrijven over betere vormen van werk die praktisch in te zetten zijn.’
Wat hoopt u dat mensen vooral mee zullen nemen uit het boek?
‘Ik hoop dat mensen vooral meenemen dat de welbekende p’s van product, process en profit de p van prullenbak in mogen. De nieuwe focus mag op de p’s van people, planet en purpose komen te liggen. Werkgeluk zit voor zowel de medewerker als de werkgever niet alleen in factoren als collega’s en salaris, maar ook in het werk zelf, in het ervaren van succes, in het bijdragen aan een beter milieu. Dat mogen mensen zeker onthouden.’
De titel van het boek, ‘Hoezo hiërarchie?’, prikkelt. Wat wilt u hiermee uitdrukken?
‘Het hiërarchische systeem is niet meer van deze tijd. Leidinggevenden, directeurs en managers moeten zich allemaal aanpassen aan de omgeving waarin ze zich bevinden en kunnen er niet boven blijven hangen. Vroeger lag de nadruk op de bokito-rol van een leider, nu worden zachtaardige eigenschappen, zoals het kunnen tonen van affectie, steeds belangrijker.
De leider is daarmee minder nadrukkelijk aanwezig. Ik gebruik graag het beeld van een roedel wolven ter illustratie. Alle wolven lopen bij elkaar. Er lopen sterke wolven vooraan, jonge wolven in het midden, en de leider loopt achteraan, dus niet vooraan, en heeft goed zicht op de groep. Maar de sterken worden oud, de jongen worden sterk en de leider wordt vervangen.
De rollen zijn dus inwisselbaar. Zo is het ook meer en meer op de werkvloer. Iemand die goed is in sales, kan ook aan vormgeving werken. Mensen hebben vaak geen baan meer, maar een rol die telkens kan verschillen. Het is belangrijk dat leidinggevenden beseffen dat ze ook maar mensen zijn, net als werknemers. Dan krijg je een menselijke band, en die menselijke band geeft echt geen slechter resultaat.’
We zijn aanbeland in een ‘gig economy’, schrijven jullie. Wat houdt dit in?
‘Dat is een economie waarin mensen níét zoals in Charlie Chaplins film Modern Times zes dagen van de week lopendebandwerk uitvoeren en dus één taak hebben, maar waarin mensen worden ingevlogen om korte en verschillende klussen te doen.
De zzp-cultuur hoort bij een gig economy. Je ziet het bijvoorbeeld terug in de werkwijze van een band als The Weeknd, die niet vijf jaar lang in een studio bezig is een plaat op te nemen, maar vooral aan singles en korte optredens werkt.’
Vertrouwen is volgens jullie bepalend voor hoe snel en effectief mensen samenwerken.
‘Ja, vertrouwen is het allerbelangrijkste. De stappen zijn: vertrouwen in jezelf, vertrouwen in elkaar en vertrouwen in de organisatie. Er is altijd gebleken dat het een organisatie ten goede komt als leidinggevenden stoppen met micromanagement, dus er niet altijd maar bovenop willen zitten.
Werknemers hechten veel waarde aan autonomie. Als ze dat krijgen, draagt dat bij aan wederzijds vertrouwen. Je krijgt als werkgever ook pas vertrouwen als je het vertrouwen geeft. Bovendien is het goed als mensen voelen dat ze fouten kunnen maken, anders gaan ze ook niet vooruit.’
Wat betekent werk vandaag de dag?
‘Dat verschilt voor iedereen, maar in mijn levensfase is werk echt superbelangrijk. Mijn werk is mijn purpose, dat wat ik bijdraag aan de samenleving. In het ideale geval betekent werk voor de meeste mensen dat ze bijdragen aan het geluk van een ander, aan een hoger doel of een betere leefwereld voor een volgende generatie. Werk is een manier van zingeving.’
Is werk daarmee een vorm van religie?
‘Ja, zonder twijfel. Net zoals een voetbalclub of muziek een vorm van religie kan zijn. Als je niet gelooft in het hogere doel, wat dat dan ook is, dan is werk niets meer dan inklokken en uitklokken.’
In de Bijbel staat dit over werk: ‘Doe je werk met plezier, alsof je werkt voor de Heer, en niet voor mensen.’
‘Deze zin interpreteer ik zo: werken voor de Heer betekent werken voor een hoger doel en niet voor uiterlijk vertoon. Dat vind ik prachtig, dit had in het boek gemoeten!
Diezelfde Heer zegt ook: heb je naaste lief. Dus wat mij betreft hoeft het onderscheid tussen God en mensen niet zo sterk te zijn. In die liefde voor de ander zit die affectie. Wees wat beter en liever voor elkaar, behandel elkaar niet als werkpaarden. En of je dat nu doet uit geloof in God of uit het verlangen ‘gewoon’ de buurman te helpen of de aarde groener te maken, dat maakt mij niet uit.’

