Trip naar een literaire disco
Sirius is een eigentijds sprookje. Tenminste, dat wil Allard Schröder (1946) zijn lezers laten geloven. De roman opent namelijk met de woorden ‘Er was eens’ en concludeert ‘En ze leefden nog lang en gelukkig’. Ook zijn er mysterieuze verschijningen, een kobold en een elfenbos. Het verhaal cirkelt rond Etzel Aksma en zijn tegenpool Balder Ingelant. Begerenswaardige dame is Balders zuster Gundula: ‘Etzel voelde zich door hem (Balder, red.) uitgedaagd en misschien wel bedreigd. Tegelijk wilde hij Balder Ingelant te vriend houden, omdat hij in de buurt van diens zus wilde blijven […].’
Als jonge twintiger heeft Etzel de succesvolle disco Sirius opgericht. Balder op zijn beurt is onder het gesternte Sirius geboren. Hij studeert filosofie en vult zijn dagen met het voeren van quasi-intellectuele gesprekken. Zo betoogt deze romanfiguur: ‘Toen God vond dat hij een uitverkorene moest scheppen, heeft hij zich uitgeput, zich geheel uitgewrongen […]. Toen hij merkte dat het niets werd, heeft hij zijn schepping schielijk in de steek gelaten […]. Enfin, sindsdien hebben we niets meer van het zogenaamde opperwezen vernomen. God is een mislukkeling en een lafaard.’
In de discotheek worden rijkelijk drugs gedeald en geconsumeerd. Dat gegeven plus het voorkomen van raadselachtige dromen draagt er mede aan bij dat de verhouding tussen..
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en lees dit artikel gratis
Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden .