Technologie voor ouderen moet maatwerk zijn
Helmond
Vandaag op een kennismiddag van de Fontys Paramedische Hogeschool in Helmond presenteert hij het onderzoek ‘Langer thuis, wat haal je in huis’, waarop hij in het najaar hoopt te promoveren aan de Universiteit van Tilburg.
Om te achterhalen wat de barrières én stimulansen zijn bij thuiswonende ouderen om apparatuur te gebruiken, werd tussen 2012 en 2015 een groep van vijftig zelfstandige zeventigplussers bezocht, bevraagd en gevolgd. Een van de conclusies uit het onderzoek: technologiegebruik is maatwerk, want iedere persoon is anders. Wat bij de één een wondermiddel kan zijn, mislukt bij de ander.
Als voorbeeld van techniek noemt ict’er en psycholoog Peek een systeem van camera’s en sensoren waarbij alarmpjes overgaan wanneer de bewoner bijvoorbeeld valt of te lang inactief is. ‘Wat vaak gebeurt: die dingen worden in een laboratorium ontwikkeld. Maar als ze worden uitgerold, blijken veel ouderen al die brandende lampjes in huis vervelend te vinden. Want ze voelen zich steeds in de gaten gehouden.’
Deze negatieve houding zag je volgens onderzoeker Peek ook al bij het inmiddels veertig jaar bestaande halsalarm. ‘Sommige ouderen vinden zo’n alarm stigmatiserend of voelen zich er nog te goed voor, dus dragen ze het niet.’
Tegenwoordig zijn er gemakkelijk te bedienen tablets en kunnen ouderen ook eenvoudiger op Facebook. Het probleem, aldus de onderzoeker, is dat die systemen worden ontworpen door jonge technici die vaak geen goed idee hebben hoe het is om oud te worden, en hoe het is om als ouder iemand om te gaan met technologie.
Verder denken en voelen ouderen vaak zeer verschillend over technologie. Het is daarom belangrijk in het oog te houden hoe het leven van een ouder persoon eruit ziet. ‘Wat voor activiteiten doet iemand nog en hoe is zijn of haar gezondheid.’
de omgeving
Heel belangrijk voor de mate van technologiegebruik is het hebben van een sociaal netwerk: familie, bekenden en de thuiszorgmedewerker. ‘Maar ook de vertrouwde technologiewinkel om de hoek. Maar laten die nu juist een voor een omvallen …’ De omgeving kan het overigens fout doen én goed, weet Peek. Fout is een oudere een mobieltje cadeau doen, terwijl die er niet om heeft gevraagd. Dit wordt ervaren als opgedrongen.
Maar uit de diepte-interviews zijn ook positieve voorbeelden naar voren gekomen. ‘Zo zijn kleinkinderen vaak heel speels en natuurlijk in het uitleggen van het apparaat. Wanneer een kleinkind vraagt: “Opa, maak eens vijf foto’s met uw smartphone, dan ga ik ze bekijken”, accepteert hij dat meer dan van een zoon of dochter.’
De resultaten van het onderzoek zijn inmiddels omgezet in onderwijsmateriaal voor zowel opleidingen in de zorg als in de techniek. Verder is de gespreksleidraad ‘Technologie Thuis’ ontwikkeld, voor familie/mantelzorgers en hulpverleners. Met de bedoeling om inzicht te krijgen in eventuele weerstanden tegen het gebruik van technologie en de mogelijke oplossingen daarvoor.
‘Hulp van de “warme mens” is nodig om de inzet van “koude technologie” succesvol te laten zijn’, concludeert Peek. <