Zuid-Koreaanse Jehova’s getuigen hoeven leger niet in, maar ‘ondergaan verkapte straf’
Seoul
Eerder zagen Jehova’s getuigen gevangenissen in Zuid-Korea vooral als plekken waar velen van hen hebben vastgezeten wegens het weigeren van hun militaire dienstplicht. Maar voor 63 Jehova’s getuigen in het land is de gevangenis nu juist de plek waar ze de komende drie jaar aan het werk gaan. Bijvoorbeeld als kok, conciërge of assistent. Het gaat om een alternatieve dienst voor mensen die weigeren het leger in te gaan, zoals Jehova’s getuigen dat doen op grond van hun geloof.
Daarmee komt er een einde aan het beleid van Zuid-Korea dat gewetensbezwaarden jarenlang een straf oplegde van zeker 18 maanden cel. Sinds 1950 zouden zo’n twintigduizend Jehova’s getuigen in het land die straf hebben uitgezeten. Volgens mensenrechtenorganisaties hebben velen te maken gehad met een stigma, waardoor ze na vrijlating moeite hadden met het vinden van werk, meldt de BBC. Maar nu worden mensen in Zuid-Korea die op geloof gebaseerde of persoonlijke bezwaren hebben ten opzichte van de militaire dienstplicht, niet langer veroordeeld.
De alternatieve dienst is in het leven geroepen na een uitspraak van het hooggerechtshof in 2018, dat de noodzaak van zo’n dienst erkende voor mensen met op geloof gebaseerde of gewetensbezwaren. Bij een alternatieve dienst worden geen vuurwapens of andere wapens gebruikt. De Zuid-Koreaanse regering besloot na de uitspraak honderden mannen vrij te laten. Aanklachten tegen honderden mensen werden ingetrokken.
ander uniform
De 63 Jehova’s getuigen zullen in plaats van de gebruikelijke 21 maanden in het leger, 23 maanden bij de marine of 24 maanden bij de luchtmacht, drie jaar werken in de gevangenis. Het werk zal weinig verschillen van dat van de gelovigen die er eerder waren beland wegens hun veroordeling. ‘Het verschil is dat de mensen die weigerden dit werk te doen, dit 18 maanden hebben gedaan, terwijl ze het uniform van een gevangene droegen’, zei Lee Seung-ki, een van de 63 Jehova’s getuigen, tegen The New York Times. Ze worden gescheiden van andere gevangenen en krijgen jaarlijks een paar weken verlof. Jang Kyung-jin zei tegen persbureau AFP: ‘Als lid van de Jehova’s Getuigen geloof ik dat het mijn plicht is om de Bijbel te interpreteren zoals deze is geschreven en de leer van Jezus te volgen.’
De uitspraak van het hooggerechtshof wordt door Jehova’s getuigen gezien als een overwinning. ‘Na een strijd die bijna zeven decennia duurde, verheugden Jehovah’s getuigen in Zuid-Korea zich over (...) 28 februari 2019. Op die dag werd de laatste van hun geloofsgenoten die wegens dienstweigering op grond van gewetensbezwaren gevangen zaten, vrijgelaten’, meldden Jehova’s getuigen eerder op hun officiële website. Toch vermoeden mensenrechtenorganisaties dat het gevangeniswerk waar de gelovigen aan zijn begonnen, een verkapte straf is. Drie jaar werk vinden ze fors meer dan de gebruikelijke termijnen. <